650 verifieeren, wat niet mogelijk is, omdat nog bovendien de wijzigingen of wijzigingsblaadjes nooit worden toegezonden aan bovengenoemde verifi cateurs. Met de verstrekking zou men een massa nota's van bedenkingen kunnen voorkomen X. Oostenrijksche wagentjes. Yan bovenstaande wagentjes maakt men gebruik om een doel in be weging voor te stellen, zij zijn niet zoo zwaar als de sleepschijven (zie Fig 16, plaat VII, I. M. T. 1901 No. 6). Om het doel onverwacht te voor schijn te doen komen, stelt men het op in eene ingraving met zachtglooien- den oprit; middels een trektouw brengt men het doel in beweging. Een groep uit de flank komt b.v. de tirailleurlinie versterken. Ter hoogte der linie gekomen, verdwijnt het in beweging zijnde doel in eene tweede ingraving. Het verspreiden van bedoelde goep, wanneer zij in de linie is gekomen, stelt men dan voor door van uit den post een draailat, waarop koppen met tusschenruimten zijn aangebracht, (zie I. M. T. No. 6 1901 blz. 430) te doen wentelen op het oogenblik, dat 't wagentje met doel verdwijnt. De inrichting der wagentjes is de volgende: Twee of meer flinke regels (afhankelijk van de breedte van het doel) worden met tusschenruimte onderling door latten verbonden. Aan de uiteinden der regels bevinden zich inlatingen, waarin massief houten wiel tjes plaats vinden om, om een spijker als spil, te wentelen. De wieltjes draaien in de lengterichting der regels, welke evenwijdig aan de schootsrichting voortgetrokken worden. De doelen worden aan de dwarslatten bevestigd. Hooge doelen worden ondersteund op de wijze als de klepschijven (zie fig 5 plaat 5 I. M. T. 1901 No. 6) H. Lamberts. Individualiteit. Met zeer veel belangstelling hebben een 40tal onzer de tweede ver gadering der Indische krijgskundige vereeniging bijgewoond. Herhaalde malen kwam in die vergadering, behalve de schietopleiding, het alge- meene opleidingssysteem ter sprake. Alle sprekers waren het er over eens, dat het gehuldigde systeem niet deugt, dat gebroken moet worden met het stelsel van onmondigheid, waarin de mindere militair steeds wordt gehouden, en dat het dringend noodig is met het oog op den moder nen oorlog om zijn individualiteit meer op den voorgrond te doen treden. En het geheele auditorium, van jong tot oud, scheen daarmede in te stemmen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 680