"\7~ -A_ IR X MILITAIR COMMANDO YAN ATJEH EN ONDERHOORIGHEDEN. Koeta Radja, 15 Mei 1902. Commandements Order No. 69. Op last van Zijne Excellentie den Civiel en Militairen Gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden wordt het volgende bepaald Algemeene instructie voor Commandanten van Colonnes en Patrouilles. De taak der colonnes en patrouilles. 1. Waar dit tot het breken van het verzet noodig of voor de uit oefening van het gezag wenschelijk is, worden mobiele colonnes en pa trouilles uitgezonden, die zoo noodig tijdelijke bivaks kunnen betrekken. 2. De taak dier troepen bestaat in a. het opsporen, vervolgen en onschadelijk maken van niet onderworpen hoofden, van regelaars van den heiligen oorlog en hunne gemach tigden, van bendehoofden en hunne benden en het opruimen van hunne tijdelijke schuilplaatsen en voorraden. b. het helpen uitoefenen van toezicht op de aan ons gezag onderworpen hoofden en bevolking o. a. door het contrĂ³leeren van het passenstel- sel, handhaving van het verbod op het dragen van wapens, toezicht op den wegarbeid der bevolking, reinheid in de gampoengs, enz, een en ander voor zoover het civiel bestuur ter plaatse daartoe zijn verlangen te kennen geeft. c. het opsporen en opruimen van tijdelijke wijkplaatsen van het gedeelte der bevolking dat, tengevolge van de invoering der registratie of de heerendiensten, hare gampoengs verliet en naar het gebergte uitweek, ten einde die uitgewekenen aldus te dwingen weder naar hunne gam poengs terug te keeren. 3. Men zij er op bedacht, dat overvalling van bendehoofden met hunne benden gedurende den nacht de meeste resultaten waarborgt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 92