86 bepalen. Ook het feit, dat bij velddienstoefeningen nooit gebruik werd gemaakt van rookzwak kruit, zoodat nooit eenige moei lijkheid bestond om de plaats der artillerie aan te wijzen, droeg daartoe bij. Een van de redenen, waaraan dit belangrijk onder deel van de opleiding voor den oorlog opgeofferd werd, is, dat het cordiet een zeer nadeelige uitwerking op den vuurmond heeft; op de een of andere wijze dient dit bezwaar uit den weg te worden geruimd, opdat niet een zeer verkeerde voorstelling van het gevecht gegeven worde. Wat de gedekte opstelling van het Boerengeschut aangaat, het volgende. In de eerste plaats hadden de Boeren een gering aan tal vuurmonden, en het is duidelijk dat een enkel stuk geschut gedekt opgesteld kan worden, daar, waar dit voor een batterij niet mogelijk is. Zooals reeds gezegd, streefden zij er vooral naar hun geschut tegen onze projectielen te beschermen en droegen zij zorg voor een zekeren terugtochtswegwanneer dan onze infanterie de op stelling naderde, verdwenen de Boerenkanonnen. Wij namen steeds, en ik geloof ten rechte, het standpunt in, dat artillerie, "die haar veiligheid hooger stelt dan de vuuruitwer- king, waardeloos is, dat het de eerste plicht is van den artillerist te zoeken naar de beste wijze om zijn tegenstander te treffen, en voorts, dat het geschut niet terugtrekt vóór dat het alles ge geven heeft, wat het geven kon, en zelfs verloren mag gaan, als het de infanterie maar gesteund heeft in het bereiken van haar doel. Is het dus niet wenschelijk het voorbeeld der Boeren artillerie te volgen, hun infanterievuur op groote afstanden had zoodanige uitwerking, dat wij daarmede in de toekomst zeker rekening moe ten houden. Totdat deze oorlog ons een ander gezichtspunt opende, beschouw de men geweervuur op den afstand van 1500 M. als van zeer geringen invloed, en van bijna geen invloed op dien van 2000 M. Wanneer dus in het laatste stadium van den aanval verondersteld werd, dat de vijandelijke artillerie, althans gedeeltelijk, tot zwij gen was gebracht, naderden de eigen batterijen tot op den afstand van 2000 M. en soms nog dichter; ik geloof echter, dat we onder vonden hebben, dat dit een waagstuk is, dat ons veel paardenma- teriaal kan kosten. In dringende gevallen kan het noodig zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 106