- 89
Aan meer dan vijf soorten artillerie zullen we echter geen be
hoefte hebben, n. 1. rijdende artillerie, veldgeschut, houwitsers,
pompoms en zwaar geschut.
Waren houwitsers niets nieuws voor ons, de Vickers-Maxim,
in de wandeling „pompom" genoemd, was ons als 't ware een
openbaring. Vóór den oorlog verwachtten we niet veel van deze
vuurmonden, en met het oog op het aantal dooden en gewonden,
dat ze ons bezorgden, zouden we deze opvatting kunnen hand
haven de moreele uitwerking, die belangrijke factor in de tac
tiek, was echter zeer groot.
Belangrijke verbeteringen moeten er echter nog aan worden
aangebracht, doch dan zal in den toekomstigen oorlog de waarde
van dit wapen blijken. Het verdient geen aanbeveling ze bat-
terijsgewijze te gebruiken, maar wel sectiesgewijze."
Uit het laatste hoofdstuk „The training of our army
generally" zij nog het volgende medegedeeld:
Erkennende, dat uitstekende troepen ter hunner beschikking
stonden, vraagt de schrijver: Waarom werden onze eerste
pogingen niet met beteren uitslag bekroond?
Hij meent, dat een der oorzaken hiervan was, dat nooit over
een voldoend aantal manschappen in de gevechtslinie beschikt
kon worden, omdat de lange communicatielijn, en een terrein,
dat alle voordeelen biedt voor verrassende aanvallen op de flank
en in den rug, een zeer groot aantal troepen eischt.
Het terrein van den oorlog in Zuid-Afrika besloeg een eindelooze
uitgestrektheid, de bereden Boeren konden zich overal bewegen
en wij konden bruggen, noch wegen, noch défilés versperren, zooals
in Europa; de vijand bewoog zich in alle richtingen en kon een
flankaanval snel in een frontaanval doen overgaan.
Bijna iedere Boerenplaats was een depot voor levensmiddelen
en paarden, elk rotsachtig kopje een steunpunt, en zelfs wanneer
men in dergelijke omstandigheden met een numerieke meerderheid
optreedt is het niet gemakkelijk in het voordeel te blijven, want
de beweeglijkheid van den vijand maakte het hem mogelijk zich
zeer snel te verplaatsen. Bovendien waren de Boeren door spion
nen en partijgangers steeds op de hoogte van onze plannen, zoo-
<dat ook van verrassing geen sprake kon zijn.