90 Een tweede fout noemt de schrijver, dat de troepen niet genoeg: gebruik maakten van de dekking, die het terrein dikwijls bood,, en hij meent, dat daaraan in de toekomst bij de opleiding de meeste zorg moet worden besteed. Een enkele opmerking volgt nog over het schieten, waarbij ook deze schrijver de wenschelijkheid betoogt van doelen, over eenkomende met die der werkelijkheid, en wijst op de waarde van het schieten op onbekende afstanden. Wat de cavalerie betreft legt hij den nadruk op den eisch, dat zij in het verkennen grondig geoefend wordt, terwijl hij voor de bereden wapens in het algemeen de noodzakelijkheid betoogt om te leeren, hoe zij hun paarden moeten verzorgen om ze zoo veel mogelijk te benutten en toch te sparen, want, zegt hij, de- bewegelijkheid is voor hen van even groot belang als voor da infanterie, en een belangrijk onderdeel van de oorlogskunst. Wordt vervolgd.) v. d. B.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 110