94 -
Eene vergissing?
Is de soldaat niet in het bezit van een klamboe of mag hij daarvan geen
gebruik makendan moet bij liefst niet onbedekt gaan slapen.
Als voren blz. 19.)
X.
Kleeding en Schoeisel.
Hoewel in theorie (art. 68 en 69 Compagnies Instructie) de man van
gouvernementswege slechts goed passende kleeding en schoeisel ontvangt,
(zie ook bis. 19 20 Hijgiënische wenken voor den soldaat) leert de practijk,
dat van de in de laatste alinea van art. 69 genoemde veranderingen éénbij
uitzondering in een enkel geval twee mogen plaats hebben, doch wanneer
er sprake zou zijn van driedan mag de man die derde zelf betalen of
op zijne kleeding wachten, totdat die volgens maat is afgeleverd.
Om die misplaatste zuinigheid op te heifen is het misschien wenschelijk
om een maximum bedrag vast te stellen, dat voor het passend maken der
kleeding mag besteed worden.
De compagniescommandant zorgt ingevolge art. 68 Compagnies In
structie dat slechts passende kleedingstukken worden uitgereikt, terwijl
art. 158 van het Reglement Intv. Dienst toelaat de bovenkleeding te num
meren, nadat zij door den korpscommandant passende is bevonden.
Welnu, dan late men niet langer de militairen met niet passende klee
ding paradeeren voor den officier van kleeding, opdat ook die autoriteit zich
kan overtuigen, dat die kleeding niet past, doch late den korps- of com
pagniescommandant de vrije beschikking over enkele guldens om de
uitgereikte kleeding passend te maken.
Een weinig meer vertrouwen in de officieren zou den lande niet schaden.
X.
Aanbestedingsvoorwaarden blz. 76 e. v.
Is het niet billijk om wanneer vivres (die niet aan de voorwaarden vol
doen, doch niet schadelijk voor de gezondheid worden bevonden) voor een
gedeelte der waarde worden aangenomen, het andere gedeelte der waarde
uit te keeren aan de troepen, welke die minderwaardige vivres moeten
ontvangen
X.
Overvracht.
Waar mij bij ervaring gebleken is, dat de meeste officieren de bedoe
ling van 7 (2) van de O. A. 1890 No. 78 niet hebben begrepen, in ieder
geval bij het opmaken van een reisdeclaratie, dat artikel ten voordeele van
den lande hebben genegeerd, meen ik daarop de aandacht te moeten vestigen.
X.