109 den eersten tijd, niet zal kunnen worden ontbeerd om bestuursmaatrege len bij hoofden en bevolking ingang te doen vinden. Deze laatste om standigheid in aanmerking genomen, zal dan ook in de Boven-Tambesi het bestuur er naar moeten streven om allen invloed van Djambische grooten in dat gebied te weren, hetgeen weinig moeite zal kosten, wijl die invloed nimmer veel te beteekenen hei ft gehad en zich hoofdzakelijk heeft bepaald tot het verwekken van twe edracht, ten einde in troebel wa ter te kunnen visschen en de noodige heffingen ten eigen bate te kun- ken doen. Wat nu de landstreken betreft, die in de Boven-Tambesi, de Boven-Ba- tang Asai en Boven-Limoen aan het onderworpen gebied grenzen, dienen onze verkenningen zich mede derwaarts uit te strekken om ook daar ge- wenschte toestanden te scheppen en te voorkomen, dat van daar uit de rust in evengenoemd gebied wordt bedreigd of vijandig gezind volk er een schuilplaats vindt. Als een gevolg van ons optreden in de Batin VIII kampong IV die Oeloe (Boven-Tambesi) einde Mei en begin Juli jl. kan dit gebied thans als gepacificeerd worden beschouwd. Sedert zijn einde Juli en einde Augustus excursiën hooger deze rivier op naar de Batin XVI tot Sikantjing ondernomen, waarvan het resultaat is geweest, dat Moeara Enim in dit gebied wordt vastgehouden en van daar uit het noodige wordt verricht tot het pacificeeren van deze streek en de Boven- Batang Asai. Dergelijke excursies zijn thans mogelijk doordat de vivres en voorraad, met behulp van bevriende bevolking, diep het binnenland in, kunnen wor den opgevoerd, hetgeen met de beschikbare dwangarbeiders zeer bezwaar lijk zou zijn. Op die wijze is het dan ook doenlijk geacht met eene colonne nogmaals de in de Boven Batang Asai gelegen Batin (Pengambang Sakeladi) te bezoeken, waartoe op 3 September j.l. een colonne, sterk 125 bajonetten, van Palembang is vertrokken, die van uit Kota Tandjong in de Rawas naar dit gebied zal oprukken. Zoodra dit is geschied zal het geheele stroomgebied der Boven-Tambesi tot aan de grenzen met Sa- rampas door onze troepen zijn bezocht. Na het herstel van Pangeran Kerto Negoro (zoon van Pangeran Toe- menggoeng), in het gezag over de Batin IX, is in de Merangin een bevredigen de staat van zaken ingetreden. Het zal echter geen verwondering baren, dat hoofden en bevolking in de Beneden-Merangin, tot dusver niet anders gewoon dan zich te buigen onder het juk, dat hun in den vorm van allerlei vexatiën door den Pangeran ToemenggoeDg en zijne talrijke verwanten wordt op gelegd, hij den volkomen staat van afhankelijkheid, waarin zij ten op zichte van die machthebbenden verkeeren, zich schuw betoonen bij de aanrakingen met ons bestuur en zich, hetzij op instigatie dier grooten hetzij uit vrees voor hen, zoo eenigszins mogelijk trachten te onttrekken,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 129