114
Dat gegronde klachten zouden zijn ingebracht over het vervoor van
militairen in Djambi en over onvoldoende voeding en geneeskundige hulp
aldaar, is bij het Departement van Koloniën niet geblekenwèl dat door
de Indische regeering verschillende maatregelen zijn of 'worden genomen
die deels aan het vervoer van militairen, deels aan den geneeskundigen
dienst hij de ageerende troepen ten goede komen. Zoo bijv werd onlangs
bij gouvernementsbesluit van 23 September jl. No. 20 het verplegend
personeel te Soeroelangen en bij de expeditionnaire troepen in Palembang
niet onbelangrijk uitgebreid.
Bij het Departement van Koloniën ontbreken de verlangde gegevens
betreffende evacuatie van zieken en gewonden uit Djambide ondergetee-
kende stelt zich voor die gegevens uit Indië te ontbieden. Waarschijn
lijk zullen zij kunnen worden opgenomen in het Koloniaal Verslag van 1903.
Onderafdeellng 17. Aangezien de Indische regeering nog in den aan
vang van dit jaar beslist heeft ontkend, dat het vraagstuk der bestrijding
van de criminaliteit onder jeugdige personen voor Indië van actueel be
lang is, meent de ondergeteekende voorshands niet te moeten aandringen
op het neinen in Indië van soortgelijke maatregelen als voor Nederland
zijn vastgesteld. Volgens de laatste statistiek der rechtsbedeeling hadden
in de jaren 1896, 1897, 1898 en 1899 respectievelijk 79, 67, 112 en 84
beklaagden (Europeanen en inlanders) den leeftijd van 16 jaren nog niet
bereikt.
Bij militaire expedities in Indië kunnen dwangarbeiders voor transport
diensten nog niet worden gemist.
Aanstellling van inspecteurs der gevangenissen acht de ondergeteekende
om de in het Voorloopig Verslag genoemde redenen onnoodig.
IVde Afdeeling.
Het medevoeren van hun meubilair door landsdienaren, die hun stand
plaats verlaten, brengt in Indië in den regel zóó groote bezwaren en
kosten mede, dat het houden van vendutiën ter plaatse onvermijde
lijk is. Dat hierdoor misbruiken in de hand kunnen worden gewerkt,
zal niet worden tegengesproken. Maar het middel, dat daartegen in het
Voorloopig Verslag wordt aanbevolen, namelijk om aan de ambtenaren,
die eene ambtswoning hebben, van Regeeringswege meubilair te ver
strekken, komt ook den ondergeteekende om de daarvoor in het Voorloopig
Verslag zelf reeds vermelde redenen, noch aanbevelenswaardig noch af
doende voor, terwijl het tot zeer aanzienlijke uitgaven zou leiden, zelfs
wanneer de maatregel, zooals blijkbaar bedoeld wordt, tot de ambtenaren
van het binnenlandsch bestuur werd beperkt.
Onderaf deeling 38. Ten aanzien van de opmerking betreffende de stij-