115 ging der uitgaven voor de bestuurvestiging in Zuid-Nieuw-Guinea meent de ondergeteekende te mogen volstaan met te verwijzen naar hetgeen hieromtrent in noot 34 van den uitgewerkten en toelichtenden staat van afdeeling IY, hoofdstuk II (No. 18 der gedrukte stukken) is medegedeeld. Voor deze vestiging is uitgetrokken op: Onderafdeeling 38f 25 020 (1) 472 940 86900 (2) 13715 398 Buiten rekening zijn gelaten de reeds bij de begrooting van het loo- pende jaar toegestane kosten van aanschaffing enz. van een stoomschip voor Zuid-Nieuw-Guinea, als zijnde eene uitgaaf in eens, de subsidiever- hooging van 58 000 door den Gouverneur-Generaal bij wijze van tijdeljj- keu maatregel onlangs toegestaan wegens de opneming van Merauke in den gesubsidieerden dienst No. 11 der Koninklijke Paketvaartmaatschappij, en de uitgaven voor de militaire bezetting, omdat die slechts een tijdelijk karakter draagt. Dat men het ter zuidkust van Nieuw-Guinea niet, zooals op de noord en zuidwestkust, zonder militairen heeft kunnen stellen, ligt, zooals blij kens het Yoorloopig Verslag terecht reeds in het midden werd gebracht, alleen aan den woesten en verraderlijken aard der bevolking. Nu intus- schen de aanwezigheid van eene voldoende militaire macht de gelegenheid heeft gegeven om de bevolking het noodige ontzag in te prenten, zijn door het beleidvol optreden onzer ambtenaren en officieren aldra vriend- 8chappelijke aanrakingen met haar verkregen, welke de hoop wettigen, dat de militaire bezetting, die van den aanvang af bestemd is om slechts een tijdelijk karakter te dragen, er niet voor langen tijd noodig zal zijn. De toekenning van eene toelage voor reiskosten van 100 's maands aan den assistent resident van Zuid-Nieuw-Guinea is geen vermomde verhoo ging van salaris. De maatregel berust op de overweging dat het door hem bestuurde gewest een uiterst woest land is, waar men op reis alles moet medevoeren, zoodat eene indemniteit dubbel zoo hoog als in eene beschaafde streek, geen weelde is. Overigens is de meening minder juist^ dat in het genoemde gewest al zeer weinig gereisd kan worden, want voor het voeren van een krachtig bestuur in dit zeer uitgestrekte gebied is het van het grootste belang, dat de assistent-resident, niettegenstaande de 1) Hierbij is gerekend op het geval dat in het gewest een controleur in dienst is gesteld en die aanspraak zou kunnen hebben op het maximum-traktement. 2) Deze uitgaaf vervalt, zoodra de controleur of adspirant-controleur in het genot zal zijn van een ambtswoning; zij wordt f 600 'sjaars minder wanneer er in stede vaneen controleur een adspirant-controleur is geplaatst en deze geen ambtswoning heeft.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 135