129
voldongen feit is, heeft geleerd, dat de allengs in het leven getreden
toestand in alle opzichten ten volle aan de eischen van den dienst vol
doet, mits gezorgd worde, dat de oudste apothekersbedienden beter voor
uitzichten krijgen, opdat zij een toekomst vinden in het leger. Yandaar
het voorstel om eenige hunner tot de positie van onderluitenant te brengen.
De opmerking in het verslag, dat daardoor de uitgaven iets hooger
zullen worden dan zij thans zijn, is volkomen juist; maar in de Memorie
van Toelichting is duidelijk uiteengezet, dat ongerekend bijkomende,
niet wel onder cijfers te brengen, bezuinigingen van verschillenden aard,
op overtochtskosten, verlofstraktementen enz. de nieuwe toestand, ook
met de lotsverbetering die den oudsten apothekersbedienden is toegedacht,
een jaarlijksche besparing tegenover de cijfers der bestaande normale le-
gerformatie zal opleveren, die niet zonder beteekenis is.
Dat in de buitenbezittingen de officieren-apotheker „dikwijls de eenige
aanwezige wetenschappelijk gevormde elementen zijn", kan moeilijk be
weerd worden; vermits ook over dit deel van den archipel een aantal
officieren van gezondheid - niet minder dan 92 en ambtenaren ver
spreid zijn, die de universitaire opleiding genoten. De ervaring heeft
daarbij geleerd, dat er vooral onder de eerstgenoemden een aantal zijn,
wier natuur-historische studiën den lande ten goede komen. Maar ook in
dit opzicht heeft de practijk als 't ware reeds uitspraak gedaan; bij den
geleidelijken overgang tot den bestaanden, thans alleen nader te regula-
riseeren, toestand is niet gebleken van eenig bezwaar, gerezen uit de
afneming van het aantal militaire apothekers.
De normale formatie eischte op 1 Juli jl. de aanwezigheid in Indië
van 178 officieren van gezondheid en aan dat formatiecijfer ontbrak er
toen slechts éénmaar ten dienste van de ageerende troepen in Atjeh,
Djambi en de Zuider- en Oosterafdeeling van Borneo was de formatie
tijdelijk uitgebreid met 10 plaatsen. De aldus meer benoodigde militai
re artsen moesten in den loop dezes jaars extra uitgezonden worden, en
sedert medio Juni jl. zijn ongerekend de van verlof naar Java terug-
keerende reeds 14 officieren van gezondheid derwaarts vertrokken, waar
onder vijf die van het leger hier te lande gedetacheerd zijn bij het leger
in Ned.-Indië. Daar intusschen reeds weder een paar militaire artsen
ter uitzending beschikbaar zijn gekomen, en zich nog telkens artsen aan
melden om een dienstverband als officier van gezondheid aan te gaan,
bestaat er, naar de ondergeteekende zich vleit, voor het oogenblik geen
vrees voor een eenigszins hinderlijk incompleet bij dezen tak van dienst.
Uit nadere mededeelingen is gebleken, dat een inspectiereis van den
chef van den geneeskundigen dienst, waarbij deze de voornaamste zieken-
inrichtingen op Java bezocht, aan dien dienstchef de overtuiging gaf,
dat inderdaad al het mogelijke geschiedt om in de hospitalen misbruiken
Dl. I, 1903. 9