- 133
worden voor de helft op de Indische begrooting en voor het overige op
die van het Vide hoofdstuk der Staatsbegrooting gebracht, omdat zoowel
de kolonie als het moederland bij do zaak belang hebben. Zooals toch
in de toelichting van dezen post werd gezegd, moeten de proeven uit
wijzen in hoever de draadlooze telegrapliie kan dienen voor de uitbreiding
van de telegraphische gemeenschap in den archipel, alsook voor de com
municatie tusschen de oorlogsschepen, in de eerste plaats die van het
auxiliair eskader, en de kust in Nederlandsch-Indië.
Vilde Afdeeling.
Onderafdeeling 50. Blijkens den jongst ontvangen sterktestaat van het
Indische leger bestond er op 1 Juli dezes jaars bij het wapen der infan
terie een overcompleet van 39 officieren. Wel was dit een gevolg van de
aanwezigheid van 46 van het leger hier te lande gedetacheerde officieren, die
geleidelijk herwaarts terugkeeren; maar inmiddels werden hier te lande
45 cadets en 16 onder-officieren van den hoofdcursus te Kampen benoemd
tot 2de luitenant der infanterie. Ook bij de overige wapens en dienst
vakken is in de eerstvolgende jaren de geregelde aanvulling van het of
ficierskorps voldoende verzekerd. Mocht het vooruitzicht dier aanvulling
voor latere jaren zich wijzigen in nadeeligen ziD, dan zal de Regeering niet
nalaten tijdig maatregelen te beramen om die vooruitzichten te verbeteren.
Onderafdeeling 51. Terwijl het aantal vreemdelingen in het Indische
leger in de jongst verloopen jaren reeds zeer aanzienlijk is afgenomen,
vindt de ondergeteekende vooralsnog geen termen om dat leger te versteken
van dit gewaardeerde element.
Wat de koloniale reserve aangaat, meent hijmet verwijzing naar
bladz. 33 der Memorie van Antwoord betreffende de Indische begrooting
voor 1889 in herinnering te mogen brengen, dat een van de motieven
die tot hare oprichting hebben geleid zijn te zoeken in het verlangen
der Regeering om allengs te breken met het te Harderwijk gevolgde
werfsysteem, gegrond op de onmiddellijke uitbetaling van het handgeld.
Wel begint de bij de koloniale reserve gevolgde methode om het hand
geld te beleggen allengs meer waardeering in den lande te ondervinden,
maar de wervingsresultaten te Nijmegen, vergeleken met die te Harderwijk
verkregen, wijzen maar al te duidelijk aan, dat de nieuwe richting niet
dan na verloop van een reeks van jaren voldoende baan zal breken om
het oude systeem te kunnen loslaten. Dat de gelijktijdige werking van
beide systemen ongewenschte verhoudingen doen ontstaan in het leger is
den ondergeteekende niet gebleken.
Intusschen zal hij gaarne overwegen of, en zoo ja, op welke wijze meer
verband tusschen de koloniale reserve en het koloniaal werfdepot zou