140 van controle zou schade kunnen berokkenen, wat dus geens zins in zich sluit, dat de uitoefening er van steeds voordeel zal opleveren. Integendeel, waar men het wenschelijke of noodza kelijke van controle bewijzen kan, daar is men gekomen tot de grens, waar het regeeren door middel van dwang een vereischte wordt. Wil men dit zooveel mogelijk voorkomen, (wijl dwang zoo slecht te rijmen valt met een oordeelkundige leiding), dan moet men derhalve de controle slechts te hulp roepen in de uiterste noodzakelijkheid, d. i. alleen dan, wanneer wantrouwen gewettigd is. Dit ééne woord „wantrouwen" vertegenwoordigt datgene, wat we der controle te verwijten hebben, en dit is geen gering iets! Indien men mag zeggen, dat in het leger te veel gecontroleerd wordt, dan is tevens bewezen, dat de meer deren een ongemotiveerd wantrouwen jegens de minderen aan den dag leggen, en verder, dat onderlinge waardeering, weder- keerige achting, zuivere plichtsvervulling en liefde voor de op gelegde taak, in het leger een onmogelijkheid wordt. Naar ons gevoelen is het huidige controlesysteem inderdaad een van de voornaamste beletsels, om goed te kunnen leiden. In stede van zich alleen te bemoeien met die gevallen, waarbij vrees voor slechte plichtsvervulling reden van bestaan heeft, dringt het stelsel overal in door, en wordt het bij elke dienst verrichting, bij het volbrengen van elke taak, in toepassing ge bracht. Zóózeer is het met ieders handelen saamgeweven, dat het gewoonte geworden is, om de uitvoering van bijna iedere gegeven order te controleeren, alsof het niet of slecht op volgen als een natuurlijk iets verwacht kan worden. Hoe ver derfelijk en doodend dit werkt op de ambitie en zelfstandigheid der minderen en het gezag der meerderen, laat zich beter voe len dan beschrijven. Men meent soms door dat aanhoudend bespieden het belang van den dienst te bevorderen, doch maakt in waarheid dezen dienst tot een tredmolen van sleur, en het leger tot een verzameling van automaten en dwarskijkers. Op gewektheid, initiatief, en liefde voor den plicht worden ver bannen bekrompenheid en zucht den plicht te verwaarloozen treden er voor in de plaats. Het is al weer de schuld der eenzijdige vorming, die ons in tellectueel voldoende ontwikkelde om de gegrondheid van het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 162