175
Art. 8 luidt: „De Afdeelings- of Gewestelijk Militaire Com-
.„mandant zorgt zooveel doenlijk, dat bij het depotbaton. in zijne
-„afdeeling of gewest het kader volgens organieke sterkte voltallig
7,is of zooveel sterker als noodig is om bij overtolligheid der recru-
.„ten behoorlijk in hunne opleiding te voorzien
„het bij de depotbatons. ingedeelde kader wordt zoo min moge
lijk overgeplaatst;
„kader, dat voor het onderricht aan recruten op den duur niet
„voldoet of daarvoor te weinig lust toont, kan op voorstel van
„den Korpscommandant door den Afdeelings- (Gewestelijk Mili
tairen) Commandant overgeplaatst worden bij een ander korps".
De enkele goeden niet te na gesproken, is het bij een depot-
bat011. ingedeelde kader totaal ongeschikt voor zijne moeilijke en
.gewichtige taak. Maar hoe kan het ook anders, waar nimmer
gelet wordt op geschiktheid of ambitie. Ouden van dagen en
degenen, die stijf en krom zijn, worden bij een depotbat™. over
geplaatst, om daar hun laatste levensdagen te slijtenvoor
recruteninstructeur zijn ze nog altijd goed genoeg! Zelfs is het
lang geen zeldzaamheid, dat kader eenige dagen mankeert of
dronken in dienst verschijnt. Bij zekere compagnie had het
■drankmisbruik onder de Eur. onderofficieren zoo'n omvang ge
nomen, dat aan den officier der week werd opgedragen nu en
dan onverwachts eene onderofficierskamer te inspecteeren, om
onderzoek te doen naar de aanwezigheid van sterken drank. Hier
uit blijkt voldoende, dat zelfs niet acht geslagen wordt op de
strafregisters van het bij een depotbat011, overgeplaatste kader
■die toestand is treurig en eischt dringend verandering.
Het is nog niet genoeg, dat het kader niet deugt voor zijne
taak, regel is ook, dat er groot gebrek is wegens onvoldoende
aanvullingen, doordat vaak de helft in het hospitaal ligt. Het
.is meermalen gebeurd, dat eene klasse recruten moest inrukken,
omdat er geen kader beschikbaar was.
Bij een Amboineesche recrutencompagnie, waar plotseling bin
nen een minimum van tijd het aantal recruten steeg tot ruim 400,
werd vergeten ook het noodige kader in te deelen om deze men-
schen af te richten. Met allerlei kunst- en vliegwerk werd kader
bij elkaar gehaald, oude schij venplakkers, plaatscorveeërs, schrij
vers enz. moesten eene klas recruten commandeeren; zelfs werd