182
mand de menschen verstond: er was geen Timoreesch kader
aanwezig.
Voor Javanen en Soendaneezen en hunne opleiding verwijzen
we naar de artikelen van „een Troepenofficier" in het I. M. T.
1898 No. 5 en 10 en 1899 No. 7 getiteld: „Onze inlandsche fuse
liers"; „Hoe de militaire waarde van het inlandsch element van
ons leger verhoogd kan worden"; „De inlander als soldaat in ons
leger" en de naar aanleiding daarvan gevolgde polemiek in afl. 1
en 9 van 1899. Een woord van welgemeende hulde aan Troe
penofficier, die op zoo welsprekende wijze uitstekende denkbeel
den op schrift wist te stellen. Nog steeds zijn al zijn opmerkingen
waar; het is ruim 4 jaar geleden, dat die artikelen verschenen
zijn, waarom heeft het Legerbestuur niet zijn voor
deel gedaan met de gegeven wenken, waardoor onge
twijfeld de waarde van het inlandsch element in ons leger zou
zijn verhoogd? Nemen de legerautoriteiten nooit ken
nis van de in ons Militair Tij dschrift behandelde
onderwerpen? We meenen deze laatste vraag met
een vol monding „neen" te mogen beantwoorden 1),
hetwelk de reden is, dat we langen tijd geaarzeld hebben om
door middel van het I. M. T. te wijzen op een o.i. zeer gewichtig,
maar verwaarloosd legerbelang.
De overweging evenwel, dat we door langer zwijgen mede
schuldig zijn aan onze slechte recrutenopleiding, heeft ons naai
de pen doen grijpen. We hebben alleen geschreven in het belang
van het leger, nimmer was ons doel personen te grieven of hunne
bekwaamheid aan te tasten. Moge het ons gegeven zijn een
maal resultaten te zien, niet alleen van dit schrijven, maar ook
van Troepenofficier's behartigenswaardige pennevrucht.
De africhting.
In art. 1 van de A. O. 1899 No. 20 wordt gezegd, dat de bestem
ming van het depotbaton. is het africhten van recruten voor het
wapen der infanterie. Is het met opzet, dat hier gebruikt wordt
1) Noot van de redactie. Met een volmondig neen zouden wij deze vraag1 niet kunnen
beantwoorden, maar dat het Ind. Mil. Tijdschrift zich niet in voldoende belangstelling van
hoogerhand mag verheugen is een feit, dat ook wij helaas moeten boekstaven.