AVAT LEERT ONS DE ZUID AFRIKAANSCHE OORLOG?
III.
Een ander werkje, dat de aandacht trok, maar m.i. van minder
-belang is, is „The relief of Lady-Smith The Artillery in Natal"
bij Captain C. Holmes Wilson, R. A.; nochtans volgen hier eenige
der gevolgtrekkingen, door den schrijver in het laatste hoofdstuk
gemaakt, omdat zij deels afwijken van de conclusiën, waartoe de
schrijver van het in de voorgaande aflevering besproken werkje
kwam, en meer in overeenstemming zijn met den inhoud der bei
de werkjes, die thans behandeld zullen worden.
In dat laatste hoofdstuk „The artillery tacties of the future"
zegt de schrijver:
Het gebruik van de artillerie in Zuid-Afrika werd herhaaldelijk
aan scherpe critiek onderworpen, en is het de vraag, de omstan
digheden, waaronder de oorlog gevoerd werd in aanmerking ne
mende, of we veel nieuws geleerd hebben.
Het is gebleken, dat zelfs bij het gebruik van modern geschut
alleen door concentratie groote uitwerking verkregen kan wor
den. In Zuid-Afrika was, met uitzondering van een paar gevechten
in het begin van den oorlog, die concentratie moeilijk te verkrij
gen, omdat de operatiën over een groote uitgestrektheid plaats
hadden en de vuurmonden over de colonnes verdeeld waren.
Bij Yaalkrans en Pietershill, waar respectievelijk 60 en 70
vuurmonden vereenigd waren, kwamen de voordeelen van gecon
centreerd vuur duidelijk aan het licht, en ook waren de zware
verliezen, die onze eigen troepen bij Spionkop leden, aan dezelfde
oorzaak toe te schrijven.
Het nadeel staat hier echter tegenover, dat het bij een eenigs-
zins groot aantal vuurmonden niet mogelijk is, ze alle gedekt
op te stellen, wat wel kon geschieden bij het systeem door den
vijand toegepast, n.l. afzonderlijke vuurmonden verspreid opge-