195
Schilde" toont de schrijver aan, dat van de nadeelen, aan het
..gebruik van schilden toegeschreven, n.l.
le grooter zichtbaarheid,
2e ongunstige invloed op het moreel der bediening, en
3e gewichtsvermeerdering,
alleen de laatste steekhoudend is gebleken.
Zoo zegt hij omtrent punt 1
Op de afstanden, waarop zich de artilleriestrijd afspeelt, is een
goed in het terrein opgestelde batterij altijd moeilijk zichtbaar.
Eerst door beweging in de batterij wordt zij gewoonlijk waar
genomen.
De schilden zullen dus eerder vermindering dan vermeerdering-
der zichtbaarheid tengevolge hebben.
Wat betreft punt 2 merkt de schrijver op:
De infanterie hoort men alleen spreken van het nut der dekkin
gen, nooit van den demoraliseerenden invloed er van; zelfs de
moeilijkheid, om de schutters van uit eene dekking een voor-
waartsche beweging te laten uitvoeren, wordt geen reden geacht,
er geen gebruik van te maken. Hoe kan men nu bij de artil
lerie wel een nadeel in gepantserde dekkingen zien Eene ach
ter schilden gedekte bediening zal zich beter van haar taak
kunnen kwijten dan de ongedekte. Bovendien werd bij kanon
niers van de achter wallen, in kasematten en in pantsertorens op
gestelde, vuurmonden nimmer gesproken van daling van het
moreel tengevolge daarvan.
Omtrent punt 3 vinden we het volgende:
Een doelmatige pantsering van den vuurmond verhoogt het
gewicht met ongeveer 150 KG. Dit is veel.
Beschutting door onvoldoend sterke schilden heeft echter geen
zin, want evenzeer als men tot het gebruik van schilden ge
dwongen wordt, is men ook genoodzaakt goeddekkende schilden
aan te wenden.
Het geschut, zooals dat nu te velde gebruikt wordt, kan on
getwijfeld niet met een gewicht van 150 KG. aan schilden worden
bezwaard, waaruit dus volgt, dat een geheel andere vuurmond
noodig is. Tevens zal dan blijken, dat een reeks voordeelen ver
bonden is aan de invoering van dien lichteren vuurmond, die
â– desalniettemin een grooter vermogen heeft.