196 In het derde hoofdstuk „Die Umformnng des Feldflachbahnge- schiitzes" komt de schrijver tot de conclusie, dat het toekomstige geschut een Gr. kanon zal zijn. Hij zegt daaromtrent: Daar als regel geldt, dat uitwerking gaat vóór dekking, moet de constructie van den nieuwen vuurmond ook hiermede rekening houden, zoo dat hij niet alleen schilden moet kunnen dragen, maar ook moet kunnen vernielen. Hieruit volgt dat de G-.K. haar rol als voor naamste projectiel voor de veldartillerie heeft uitgespeeld. De G-.K. met tijdbuis toch is machteloos tegenover de schilden en van die met schokbuis is de uitwerking onvoldoende, ook omdat zij eerste eenige meters achter het getroffen schild springt. Wat overigens de gewone G-. betreft, de uitwerking hiervan komt ongeveer overeen met die der G.K- met schokbuis. Beter dan de gewone G-. is hier echter de brisante G-. te gebruiken. Pogingen, om de brisante Gr. met tijdbuis tegen gepantserde batterijen aan te wenden,- hebben weinig resultaat opgeleverd evenals die om eene gepantserde batterij tegelijk te laten beschie ten met G-. en G.K., de eerste om het materieel te vernielen de laatste om levende doelen buiten gevecht te stellen. Uit het voorgaande blijkt, dat de bestaande vuurmonden al zeer weinig geschikt zijn voor den strijd tegen gepantserde batterijen. De schrijver vermeent, dat alleen door invoering van een bri sant Gr. van klein kaliber dit vraagstuk is op te lossen, want blijft men het bestaande geschut onveranderd gebruiken, dan kan het den strijd niet opnemen tegen gepantserde vuurmonden; legt men den tegenwoordigen vuurmond in een kanonterugloopaffuit en brengt men daar doelmatige schilden aan, dan wordt de vuur mond te zwaar; wordt de G-.K. in den vuurstrijd gebruikt, dan is op snelle uitwerking niet te rekenen; en, moet het kaliber verkleind worden, dan verliest dit projectiel aan bruikbaarheid. Er blijft ons dus geen keuze over dan de invoering van een licht G-. kanon, dat een krachtige uitwerkingen heeft op doelen, zooals zich die in den veldoorlog zullen voordoen. Deze opvatting zal heftig bestreden worden, doch de schrijver zegt overtuigd te zijn, dat het met deze kwestie gaan zal als met die der kanonterugloopaffuiten. Hij teekent nog aan, dat reeds in den Fransch-Duitschen oor-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 218