197 log de gewone G. een belangrijke rol speelde, want een groot deel van het succes werd verkregen door de artillerie, die alleen met de G. uitgerust was. Ook in den Zuid-Afrikaanschen oorlog is de waarde van de G. gebleken; niettegenstaande hoofdzakelijk de, slechts een half KG. wegende, gewone G. van het Maxim-Nordenfelts snel- vuurgeschut pom-pom gebruikt werd, was veelal het bereikte resultaat niet gering. Welk een uitwerking zou daar een, niet in den grond dringende, brisante G. gehad hebben, geconstrueerd in verband met bovenvermelde opvattingen! In het vierde hoofdstuk „Die Umformung der leichten Feld- haubitze" komt de schrijver tot de gevolgtrekking, dat ook bij deze vuurmonden kanonterugloopaffuiten noodig zijn, niet zoozeer voor het snel vuren, als wel om ze van schilden te kunnen voorzien. Hij zegt, dat hierbij de constructeur voor een moeilijke taak wordt gesteld, daar de vermeerdering van gewicht door de schil den niet vereffend kan worden door vermindering van kaliber. Toch schijnt hem een oplossing mogelijk. In hoofdstuk V „Die Umformung der Munitionswagen" zegt de schrijver: Met alleen de bediening der vuurmonden, maar het geheele in de gevechtslinie aanwezige artilleriepersoneel dient door schilden gedekt te worden. In Frankrijk paste men dit denkbeeld reeds toe door den muni- tieachterwagen van een schild te voorzien. Vooralsnog wordt echter betwijfeld of deze wijze van dekking aanbeveling verdient. Welke methode men echter ook toepast, tot pantsering van den munitiewagen is men even goed verplicht als tot die van den vuurmond. Daar dat voertuig niet zwaarder kan zijn dan het reeds is, moet het munitiegewicht verminderen, zoodat een grooter aantal munitiewagens dan thans bij eene batterij noodig zullen blijken, omdat het aantal projectielen niet voor vermindering vatbaar is. In het zesde hoofdstuk „Taktische Grundformen der gepanzerte Feldartillerie" pleit de schrijver voor de samenstelling der bat terij uit 4 stukken, en zegt: Vermindering van het aantal stuk ken der batterij tot 4 is ook daarom gewenscht, omdat het dan

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 219