EENE BESCHOUWING NAAR AANLEIDING VAN „OFFI-
CIERSREMONTEERING BIJ MOBILISATIE
1. M. T. 1903 No. 13.
Met belangstelling las ik het bovenbedoeld artikel en ik vroeg:
mij af, waarom toegelaten wordt, dat bereden officieren in tijd
van vrede onbereden zijn, er zijn er velen, zegt schrijver, zoo
dat bij mobilisatie ineens allen van 1 of 2 paarden moeten voor
zien worden, die er natuurlijk niet zijn.
Ik ben het met schrijver eens, dat officieren van bereden wa
pens moeilijk aan paarden kunnen komen, omdat de eischen, die
door hen aan een paard gesteld worden, zóó hoog moeten zijn,
dat er in Indië zelf slechts enkele te krijgen zijn. Evenwel is
deze toestand van zeer tijdelijken aard, daar de Regeering in
dezen den knoop heeft doorgehakt en de cavalerie-officieren,—
waarom alleen die? de keuze geeft uit de aan te koopen 145
ponies, uit Australië besteld.
Ik ben het met schrijver niet eens, als hij zegt, dat bereden
officieren van andere wapens moeilijk aan goede paarden kunnen
komen en ik geloof dan ook, dat de hoofdzaak in dezen ligt aan
de weinige moeite, die zulke officieren zich getroosten, om een
paard te krijgenvoordeeliger als het is geen paard op stal te
hebben,— en ook, omdat zij niet tevreden zijn met een goed
paard, doch dat paard moet ook mooi zijn, een prachtigen gang
hebben, eene bepaalde kleur, b.v. niet anders dan zwart, moet zeer
goedkoop zijn en mag absoluut niets mankeeren; alsof zulke
paarden hier waren.
Nooit zag ik moeite doen, noch op Salatiga, noch hier, om een
afgekeurd cavaleriepaard op vendutie te koopen en toch zijn daar
dikwijls paarden bij, die zeer geschikt zouden zijn voor die offi
cieren b.v. voor een hoofdofficier der infanterie, een dokter enz. enz..
Ik ben er dan ook van overtuigd, dat, indien er van hooger-