210 is, daar de commandant der veld- en bergbatterijen (vroeger tevens commandant der plaatselijke batterijen) ongeveer de helft van het jaar niet op zijne standplaats is, uithoofde van inspectiën, en het bijwonen van practische oefeningen. Mocht men aanvankelijk gemeend hebben door reorganisatie der artillerie te komen tot bezuiniging, thans kan men ronduit lezen, dat dit niet het geval is niet alleen, doch dat de gereorga niseerde artillerie aan personeel ƒ28.000 meer per jaar zal kosten. Yerder lezen wij in de Memorie van Toelichting, dat de Re geering bereid is de defensie onzer bezittingen steeds in beteren staat te brengen; de flnancieele offers, die dit vordert, zijn oorzaak, dat voor andere militaire doeleinden minder geld beschikbaar is dan de Regeering blijkbaar wel zou wenschen. En werkelijk die defensie eet geld. Nu is volle aandacht ge schonken aan de inrichting en verdediging van de hoogvlakte bij Bandoeng, waarheen het veldleger van Batavia bij ongunstige krijgskans zal moeten terugtrekken. Op die hoogvlakte zal het leger alles moeten vinden, wat voor het voortzetten van den strijd noodig is, en „pareeque tout commence par le ventre" heeft men daar in de eerste plaats magazijnen voor opschuring van mond voorraad van noode, dan magazijnen voor munitie, voorts logies- ruimte. Wat dat alles kosten moet, vinden wij nauwkeurig ver meld. Alleen de magazijnsbouw daar vordert f 590.000, de uit breiding van de logiesruimte vraagt f 1.400.000, en daar dit alles weer moet verdedigd worden, vraagt men voor de afsluiting van accessen tot de hoogvlakte f 840.000, waarvan f 620.000 voor geschut en munitie, het overige voor den aanleg van eenvoudige batterijen. Dan zullen in de toekomst de artilleriewerkplaatsen van Soerabaja ook naar Bandoeng worden overgebracht Men ziet dus, dat alle krachten zullen worden ingespannen om het leger in den strijd tegen een buitenlandschen vijand in het bezit te doen zijn van goed beschermde inrichtingen, zonder welke de verdediging spoedig zou moeten worden gestaakt, faute de ravi- taillement c. a.. Alle bovengenoemde bedragen konden echter begrijpelijker wijze niet op ééne begrooting drukken, maar is een som van f 731.000 voor dat doel uitgetrokken. Een post van f 60.000 (overbrenging van den steenkolenvoorraad der staatsspoorwegen van Tjilatjap en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 232