224
breedte ook zeer verschillend. Wij geiooven niet, dat er veel
bruggetjes zijn, waarover een stuk met 1,27 M. spoorbreedte
nog juist kan passeeren en een met 1,40 M. niet meer, maar, zoo
als wij zeiden, het is „Ansichtssache." Grooter vrije ruimte boven
den weg zou het nieuwe materieel zeker niet noodig hebben,
daar bij het oude trekknuppels en asarmen buiten het spoor
der raden uitsteken, wat bij het nieuwe door eene betere plaat
sing der knuppels en door het gebruik van z.g. Amerikaansche
patent-naven voorkomen kan worden.
Maar is er geen middel om aan het vergrooten van de spoor
breedte te ontkomen? Om deze vraag te beantwoorden, moet
men het eerst over een ander punt eens zijn, n.l.: Eischt de tac
tiek een zekere minimum-kniehoogte En wij antwoordenNeen,,
zoodra het kanon van moderne richtmiddelen voorzien is. 1)
Men kan dus de kniehoogte zoo klein maken, dat de as
0,50 M. boven den grond zich bevindt; met het oog op de be
weegbaarheid mag die afstand niet veel kleiner zijn. 2) Ge
bruikt men nu eene licht gebogen as, dan kan men de middel
lijn der raden en de spoorbreedte even groot als thans maken.
Particulieren maken zelfs bij voertuigen, bestemd om zware
lasten te vervoeren, al lang gebruik van gebogen assen, zoo bij:
de Antwerpsche sleeperswagens. Ook Krupp construeert affui
ten met gebogen assen. 3)
Een andere belangrijke factor is de asvrijheidde maximum'
hoek, die de assen van voor- en achterstel met elkaar kunnen
maken. Deze hoek is bij het oude materieel 360°, daar kan
het achterstel omvallen, zonder dat het voorstel meegaat. Wie
weieens bij de Nederlandsche veldartillerie eene oefening in het
terrein heeft meegemaakt, weet hoezeer eene beperkte asvrij
heid de stabiliteit verhoogt. Hierbij dient echter opgemerkt
1) Alleen op zeer droge zandgronden wordt bij kleine kniehoogte door de sterke lucht
stroom van het schot een verraderlijke zandwolk opgeworpen. Men zie de bespreking van
de jongste Fransche manoeuvres in „Ueberall", III. Wochenschrift für Armee und Marino-
^o. 1, 5e jaargang 1902/1903.
2) Men krijgt dan tevens een kleinen affuithoek, de levensvoorwaarde van een ka„
nonterugloopsysteem. Zie het vertaalde artikel van den Noorschen kolonel Stang o. a. in.
Schweiz. Z. A. Gr. 10 1900.
3) Schiessbericht '89.