- 229
kanon weer vooruit te schuiven worden zoowel veeren als een
luchtrem gebruikt. Aan de door Fransche constructeurs gebezig
de luchtrem wordt door Duitsche schrijvers verweten, dat zij
bij het kleinste lekje geheel onbruikbaar wordt, doordat dan de
onder hooge spanning gebrachte lucht zal ontwijken. Van de
andere zijde wordt hierop geantwoord, dat een luchtrem gemak
kelijk zoo te maken is, dat er zoo goed als geen kans op een
lek bestaat, terwijl een reserve-rem door geringen omvang en
gewicht gemakkelijk mee te voeren en in te schakelen is. Ons
inziens verdient een luchtrem dan ook de voorkeur boven spi-
raalveeren. Een veer kan men namelijk moeilijk lang genoeg
maken, daarom worden meestal drie veeren (Krupp, Ehrhardt)
gebruikt. Zij nemen zeer veel plaats in, maken het geheel wel
een 50 KG. zwaarder, geven bij breken licht aanleiding tot klem
mingen, zijn duur en zoo moeilijk te maken, dat het de vraag
zou zijn of de A. C. W. ze vervaardigen 'kan 1).
Een uitschuifbaar affuitlijf (Ehrhardt) lijkt ons minder ge~
wenscht om de gevoeligheid voor treffers en om de meerdere sa
mengesteldheid bij de bediening. Om deze reden is het even
min aanbevelenswaard om, zooals bij het Fransche veldgeschut,,
behalve kanonrem en schop nog eene reminrichting bij de steun
punten der raden toe te passen. Hierdoor werd de tijd, benoo-
digd om het stuk tot vuren gereed te maken, verlengd tot 2
minuten. Onlangs schijnt de luitenant Ravon een middel te heb
ben meegedeeld om dezen tijd tot 40 sec. te bekorten, waarvoor hij
op het slag-, pardon! op het schietveld tot kapitein benoemd is. 2)
Yan schilden wenschen we de affuit te voorzien. Onlangs heeft
Krupp met stalen GK. kogels die schilden aan flarden geschoten
(1) Over de bezwaren, verbonden aan het maken van zulke veeren, leze men het
artikel van een technicus in K. Z. 7-1901. "Wij wijzen erop van hoeveel belang het is
kanonterugloopaffuiten aan zware rij- en schietproeven, vooral in geaccidenteerd terrein, te
onderwerpen Dat dit wel noodig is, tewijze het volgende:
„Het materieel der Boerenartillerie (Kruppkannonen van niet eens de nieuwste con
structie en kanonnen van Greuzot) overtrof verreweg dat der Engelschen. De Creuzots
waren ballistisch ongetwijfeld beter dan de Kruppkannonen. Toch gaven de Boeren de
voorkeur aan de laatste, omdat het projectiel beter werkte en de Creuzotkannonen zeer
dikwijls herstelling noodig hadden. Vooral het glycerineremtoestel weigerde meermalen.
Ook hier gaf men dus aan het technisch betere geschut de voorkeur boven dat met de
betere ballistische eigenschappen." K. W. Vert. en Overdr. 5e Serie VI blz. 13.
(2) Schweiz. Z. A. Gr. 12-1901.