239 anderhalf maal meer munitie kon vervoeren. 1) Yerder 'is de wendbaarheid der tweeradige voertuigen grooter, doch hunne sta biliteit in het terrein te gering. Daarom wordt in het Kruppsche Schiessbericht '89 de meening uitgesproken, dat voor de gevechts batterij de vierradige caissons in elk geval behouden moeten blij ven, terwijl er nog op wordt gewezen, dat de colonne bij gebruik van tweeradige voertuigen langer wordt, een bezwaar, dat zich slechts bij groote Europeesche legers doet gevoelen. Ook wij wen- schen voor de gevechtsbatterij vierradige caissons te behouden en wel om er een deel der bedieningsmanschappen van het stuk op te kunnen vervoeren en om den achterwagen te bezigen als dekking voor een deel der bediening van het vurende stuk. Om deze dekking te verkrijgen moet in Frankrijk de wagen omgekipt worden; beter lijkt het, de voetplaat zoo te bevestigen, dat zij, neergeslagen, met den achterwand van de kast het schild vormt. Sommigen vinden het verkeerd als dekking een voorwerp te bezigen, dat zelf explo- deeren kan. Het is ook wel eenigszins eigenaardig. Maar bij snelvuurgeschut zal men toch de gebruikelijke, tot niets dienstige opstelling van de caisson achter stuk of sectie moeten laten varen en de munitie vlak bij het stuk beschikbaar moeten hebben en dan ligt het voor de hand, dat men de munitie althans tegen geweer- en G.K. kogels beschut. Buitendien is het dan mogelijk projectieldragers enz. weg te laten, waardoor het geringe nuttig vermogen van den wagen van 36 tot 40 °/0 stijgt. Om de neiging tot vallen te verminderen, dient men de patronen dan liggende j in de richting van den disselboom te vervoeren. 2) Moet nu de caisson uit een voor- en achterwagen zijn samen gesteld, die beide munitie bevatten? Uit een oogpunt van be weegbaarheid zou dit zeker aanbeveling verdienen. Het is echter de vraag of dan de achterwagen wel genoeg munitie bevat om daarmee den strijd aan te binden en door te voerenis het vuur der batterij eenmaal geopend, dan moet het gerij in de gevaarlijke zone zooveel mogelijk vermeden worden. 3) Misschien is het 1) Rev. d' Art. Avril 1899. 2) Het Schiessbericht '89 bespreekt deze quaestie ampel; ook wordt daarin gewezen op het afkeurenswaardige van het systeem, dat bij 7 cM. L. A. is toegepast, om de caisson uit twee voorwagens samen te stellen. 3) Percin wijst erop en het wordt door Robne beaamd, dat de gevaarlijke periode eigenlijk eerst bij het openen van het eigen vuur aanvangt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 261