248
de réfléchir, paree qu'elle se présentera couramment désormais"
en nog sterker „et comme le tir dure tres peu de temps
la position de surveillance sera en quelque sorte la situation
normale dans laquelle se trouvera une batterie sur le champ
de bataillece sera du moins la plus fréquente". 1) Het Fran-
sche reglement spreekt zich in 620 in denzelfden geest uit.
Snelvuurgeschut zal dus niet zooveel meer munitie behoeven
dan het oude veldgeschut. Eene Fransche batterij voert thans
per stuk 312 schoten met zich; zij is dus ruim van munitie
voorzien. Verder moet men er rekening mede houden, dat, hoe
grooter de verbanden, waarin artillerie optreedt, hoe verder zij
van de munitiecolonnes verwijderd zal zijn. Kan deze afstand
in Europa licht een dagmarsch bedragen, bij ons kleine legertje
is hij veel kleiner. Daarom behoeft eene Indische batterij niet
zooveel munitie met zich te voeren als eene Fransche of Luitsche.
Vóór de Alg. order 54 van 1901 de Indische veldbatterij hare
munitiedraagpaarden benevens eene reserve-affuit ontnam en
er niets voor in de plaats gaf, voerde zij, kartetsen meegeteld,
162 schoten per stuk mede; thans nog maar 108 Ons inziens
zou eene snelvuurveldbatterij in Indië aan 200 schoten per
stuk voldoende hebbenEn hiermede raken we het teere punt:
eene batterij, als door ons gewenscht, moet dus ongeveer 3 cais
sons per stuk met zich voeren, terwijl bij materieel met minder
uitwerking, als thans in beproeving is, 2 caissons per stuk al
licht voldoende zouden zijn. Daarbij althans bevat de voor
wagen van het stuk 30 patronen van 6,5 KG-. en de caisson
32 44 76; met 2 caissons krijgt men dan 182 schoten per
stuk; bij het hier voorgestelde materieel in 3 caissons 190
schoten per stuk.
Wil men dus in Indië veldgeschut bezitten, dat in uitwerking
niet achterstaat bij dat van een B. V., dan zullen de kosten
hooger zijn, omdat het aantal voertuigen grooter wordt.
Over de sterkte der batterij is heel wat geschreven. Volgens
Hoogeboom en Pop geeft bij de bepaling dier sterkte de over
weging den doorslag, dat stukkenvuur ononderbroken en toch
rustig moet kunnen worden afgegevendaarom bestond de batterij
1) Aanhalingen uit de Rev. d' Art. resp. Déo. 1899 en Oct. 1899.