250 Art. 34 Into. Dienst Infanterie. Is het niet aanbevelenswaardig om in alle troepenkampementen ook accessoires voor officieren te doen maken Thans zijn er slechts weinig kampementen, waar deze aanwezig zijn. B. Billijkheid. A. O. 1888 No. 41. Art. 2 kent in sommige gevallen een gratificatie toe, die bij overlijden of vermoedelijk overlijden van den betrokkene ten voordeele van den boedel wordt uitgekeerd. A. O. 1886 No. 73. Art. 3 kent eveneens eene gratificatie toe, die ook bij overlijden ten voordeele van den boedel gebracht wordt. A. O. 1888 No. 41. Art. 3 regelt de gratificatie, toe te kennen bij ontslag met recht op gagement en spreekt verder in het geheel niet van overlijden. Bijgevolg zal van een man, die b.v. reeds 13 dienstjaren heeft, die nog een jaar moet dienen vóór zijn diensttijd geëindigd is en die nog vóór dat tijdstip overlijdt, niets ten voordeele van den boedel komen, terwijl hij, als bij eerder den dienst verlaten had, de gratificatie zou hebben ontvangen. Is dat billijk? X. Een vraag. Verklaring van onvermogen. Hoewel de A. O. 1880 Ho. 19 aangeeft, dat de verklaring van onver mogen van krijgsraadarrestanten bij de processtukken is gevoegd en de Beisregelen (art. 16) aangeven, dat terzake alleen het doel der reis in de marschorder moet worden vermeld, eischt de Militaire Administratie toch, dat elke autoriteit, die bewijzen van vervoer afgeeft, voor die arrestan tenc.q. tevens voor het geleide op die bewijzen zal vermelden of al dan niet een verklaring van onvermogen is afgegeven. Bij ervaring is mij bekend, dat veel schrijverij daarvan een gevolg is en daarom is het wenschelijk, dat alle autoriteiten, die marschorders voor krijgsraadarrestanten afgeven, daarop reeds dadelijk aanteekenen of een verklaring, als bedoeld bij A.O. 1880 No. 19, is afgegeven. Misschien dat t.g.t. dan nog eens eene wijziging van de Beisregelen dat bepaald voorschrijft. Ten slotte een vraag: Is voor een minder militair wel ooit een verklaring van onvermogen, als aangegeven bij A. O. 1880 No. 19, achterwege gebleven? X.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 272