252 ciplinaire straffen in andere gevallen niet worden opgeschort en derhalve „inhalen van straf" na overplaatsing, transport, verpleging in eene zie- keninrichting e. d. niet kan voorkomen. Beschouwt men nu artikel 71 van het Reglement op den Inwendigen Dienst der Infanterie, dan is voor den eersten zin commentaar overbodig; de woorden „te ondergane straf" in den 2en zin zouden voor verschillenden uitleg vatbaar zijn; do een zegt: „dus moet de straf zijn ondergaan" een ander „neen, de bedoeling is het aantal strafdagen", en in verband daarmede heeft ook het woord „geëindigd" in den 3en zin verschillende beteekenis. Moet nu een cachot of provoostarrestant, die wordt overgeplaatst, die in het hospitaal wordt opgenomen, die op transport gaat, na terugkeer de dagen, die hij niet in een provoost heeft doorgebracht, inhalen, ja of neen? Moet een met politiekamer, kamer- of kwartierarrest gestrafte, die in dezelfde geyallen verkeerd heeft, op wacht moet trekken, kwartierziek krijgt, (kortom alle gevallen, waarin de man zijn straf niet ondergaat door omstandigheden onafhankelijk van zijn wil) daarna straf inhalen, ja of neen Naar mijn bescheiden meening moet in alle genoemde gevallen de vraag ontkennend beantwoord worden; de overwegingen „straf, die niet wordt ondergaan, is geen straf" en „de menage zou er onder lijden, als niet het „volle provoostgeld zou worden betaald (en hoe dan te boeken hebben in mijn oog totaal geen waarde. Bijgevolg acht ik de gewoonte om bij overgave van een gestrafte naar een andere compagnie (of korps) op het E. A. B. te vermelden „heeft „nogdagen arrest te ondergaan" in strijd met genoemd artikel 71 en zou die aanteekening m i. moeten luidenIs dengestraft met dagen (arrest cachot, provoost, politiekamer enz.). Intusschen wil ik er reeds dadelijk op wijzen, dat velen met mijne beschouwingen niet zullen meegaan, o.a. omdat dan een gestrafte zich door opname in het hospitaal aan zijn straf zou kunnen onttrekken. Maar dan vraag ik: is er iets tegen om die gestraften in een hospitaal in de politiezaal of de blokzaal te verplegen? Ik wil nog verder gaan en toegeven, dat in sommige gevallen het in halen van straf wensehelijk zou zijn, doch waar is billijkheidshalve de grens te trekken? Ook is mij de vraag gesteld: „hoe moet een gestrafte, die opnieuw ge- „straft wordt, zijne straffen uitdienen?" "Welnu, ik geloof niet, dat er billijkheidshalve iets tegen in te brengen is om die straffen na elkaar te laten uitdienen en wel de in soort zwaar dere straf het eerst; dan toch zijn er geen omstandigheden onafhanke lijk van zijn wil. X.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 274