259 27. Wanneer troepen nachtverblijf betrekken in bewoonde kampongs, ■wordt het ontruimen van woningen of het maken van een tijdelijk logies geregeld in overleg met de aanwezige hoofden, op zoodanige wijze, dat de bevolking den minsten overlast ondervindt, terwijl zij voor het gebruik der woningen of het kappen van materiaal schadeloos moet worden gesteld. Indien de kampongs, waar nachtverblijf betrokken wordt, verlaten zijn, mag vrijelijk beschikt worden over de woningen tot logies, mag vrijelijk bamboe voor bouwmateriaal gekapt worden en op aanwezige padivoorra- den, en zoo noodig ook vee, beslag worden gelegd voor eigen gebruik. Noodelooze vernieling moet daarbij streng worden tegengegaan. Voor brandhout mag nimmer hout van ledigstaande woningen, schuren of stallen worden gebezigd, pinang en andere vruchtboomen mogen nooit worden gekapt. Noodelooze verontreiniging van woonhuizen of erven moet eveneens strengelijk worden tegengaan. Registratie. 28. Waar de registratie nog nog niet voltooid is moet zij met kracht worden voortgezet. Het overlaten der registratie aan inlandsche schrijvers en dergelijke personen is streng verboden. Na de voltooiing moet steeds eene voort durende en scherpe controle worden uitgeoefend. Van de hoofden moet gevergd worden, dat de passen van overledenen worden ingeleverd en teruggekomen personen steeds ter registratie worden aangebracht. Bij de controle moet met overleg te werk worden gegaan en aan colonne- of detachements- en bivak- commandanten worden medegedeeld, dat pas- sencontrole in kampongs niet mag plaats hebben, tenzij het speciaal bevolen is. Het voortdurend aanroepen van menschen, die men tegenkomt of die aan den veldarbeid zijn, is verboden; alleen als op eene patrouille geschoten, dan wel volgens bericht eene vijandelijke bende aanwezig is, mag een patrouille commandant ter controleering de passen ter inzage vragen, waar bij tegen ruwheid van ondergeschikten streng moet worden gewaakt. Wegenaanleg. 29. Door het Bestuur zal bijzondere zorg worden besteed aan den aanleg van wegen, die voor het duurzaam en afdoend beheerschen der onderhoorigheden van strategisch belang zijn. Intusschen moet bij den aanleg altijd rekening worden gehouden met het nut dat ook de bevolking voor haar verkeer uit zulk een weg trekken

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 281