266 65. De ambtenaren hebben zich vooral te wachten, dat zij dikwijls geheel onbeduidende personen die zich soms voor aanzienlijke hoofden uitgeven, niet te veel op den voorgrond doen komen. Indien Gajo- en Alashoofden aanraking met het Bestuur zoeken, kan dit niet worden beschouwd als het aanknoopen van vriendschapsbanden, maar is dit een teeken, dat zij zich bij den toestand neerleggen en moet hen ook al kan men hen voorloopig nog de „verklaring" niet laten teekenen worden medegedeeld, dat wij van hen verwachten, gehoor zaamheid aan de door het Bestuur gegeven bevelen. 67. Indien zich landschapshoofden voor onderwerping mochten aan melden, dan zullen de ambtenaren hen en hun gevolg per eerste gelegen heid naar Koeta-Radja opzenden. Koeta-Radja, 7 Mei 1902. De Civiele en Militaire Gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden. (w.g.) J. B. van Heüts. Militair Commando van Atjeh en Onderhoorigheden. Koeta-Radja, 12 Augustus 1902. No. 2661/13. Circulaire. Het is mij gebleken, dat de in deu laatsten tijd bij herhaling voorge komen met succes door vijandige benden op patrouilles ondernomen kle- wangaanvallen grootendeels te wijten zijn aan het slordig, onnadenkend en onoordeelkundig marcheeren door patrouillecommandanten. Telkens en telkens wordt zelfs in de vlakte, door bedekt terrein en door kampongs tmarcheerende, eenvoudig gebruik gemaakt van de aanwezige paden en daarop in colonne met éénen geloopen, zooals eenden dat doen. t Verder wordt veelal, zelfs bij kleine patrouilles, eene indeeling gemaakt ls bij groote colonnes en gaat dan een spits van enkele manschappen nder een gegradueerde op eenigen afstand vooruit. Uitgekeken wordt er slecht, een ieder loopt eenvoudig met het hoofd voorovergebogen naar den grond te zien om niet in gaten als anders zins te trappen en gereed tot vuren of tot directen tegenweer met zijn vuurwapens is niemand. De vijand, gebruik makende van deze domheid en nonchalance, welke vooral in ergerlijke mate voorkomen, als men na een tocht naar huis te rugkeert, legt zich in hinderlaag op enkele passen ter zijde van den weg

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 288