WE RICHTING BIJ DE VESTINGARTILLERIE.
Vervolg van bis. 62 en slot)
Met plaat II en III.
d. Richtvlak van Roijen.
Met dit instrument kunnen verschillende gevallen tot oplos
sing gebracht worden.
I. Neem aan, dat vanaf de voorliggende dekking een terrein-
voorwerp T en het doel D te zien zijn, terwijl de afstand van
den vuurmond V tot heide punten bekend is (zie fig. 7).
In het punt R der voorliggende dekking plaatst men het richt
vlak en meet den hoek T R D. Trekt men nu V T' evenwij
dig aan R T en V D" evenwijdig aan R D, dan is T" Y D"
T R D.
Richt men het richtvlak van af den vuurmond op het terrein-
voorwerp, dan richt men volgens de lijn Y T'. Om dus den vuur
mond in een strekking Y D" te kunnen omzetten, moet men hem
na richting op het terrein voorwerp een hoek T' V D" omzetten,
welke hoek kleiner is dan T" Y D". 't Yerschil van beide hoe
ken T' V T". Zij Rp' loodrecht op Y T", dan is dus tg.
ZT'Yf (i. (1)
Is dus de lijn p'R bekend, dan kent men ook T'VT" en
dus ook T' Y D".
Staat de vuurmond in de strekking V D", dan moet men hem
den hoek D' Y D" terugzetten om gericht te komen op het doel.
De tg. van dien hoek D' Y D" (2)
(1) De tangeus in °/00 uitgedrukt wordt hier gelijk genomen aan een overeenkomstig
aantal verdeelingen van den cirkelrand, hetgeen bij kleine hoeken geoorloofd is.
(2) Hierbij wordt, evenals bij de berekening van tg. T' Y T", aangenomen, dat
Y D" Y D en Y T" V T, zoodat ook Y D" en Y T" bekend zijn.
Dl. I, 1903. 18