270
Hieruit volgt, dat de vuurmond na richting op het terrein-
voorwerp een hoek T R D TY T" D' V D"
naar rechts omgezet moet worden om op het doel gericht te komen.
We hebben hier stilzwijgend de lijnen Rp en Rp'als bekend
aangenomen.
De lengte hiervan moet echter eerst nog bepaald worden, want
de punten p en p' zijn denkbeeldige punten en zijn niet op het
terrrein aangegeven.
Schatten of op den gis in de richting Rp' te loopen en den
afstand af te passen, tot men denkt in p' gekomen te zijn, is vrij
onzuiver, vooral als de lijn Rp' groot is. Ligt het terreinvoorwerp
h. v. op 1000 M.dan zal iedere meter, dien men fout schat, een
fout van 1 °/00 in den hoek T' V D' veroorzaken.
Een nauwkeuriger bepaling van de lengte van Rp' lijkt mij
de volgende.
In de hoekpunten van een drie- vier- vijfsteek worden baken
gestoken en hiermede worden de zijden van dien rechthoekigen
driehoek door drie man flink gestrekt.
De kijker wordt, na eerst op het terreinvoorwerp gericht te zijn,
90° omgedraaid, en komt dus in de strekking Rp'. De drie- vier-
vijfsteek wordt nu van uit R in de richting van het punt p' bewo
gen, zoodanig, dat één rechthoekszijde steeds in de lijn Rp' blijft,
waartoe een man achter den kijker de noodige aanwijzingen geeft.
Op een gegeven oogenblik komt een uiteinde dezer rechthoeks
zijde in p' aan en dan zal de andere rechthoekszijde op den vuur
mond (d. w. z. het bevestigingspunt van het richtvlak) gericht
staan. Zoodra dus de man, die in den rechten hoek van den drie-
vier- vijfsteek geplaatst is, ziet, dat de andere rechthoekzijde op
den vuurmond uitkomt, houdt hij halt en steekt zijn baak in den
grond. Deze baak geeft dan het punt p' aan.
Op gelijke wijze vindt men 't punt p.
Men ziet deze methode is zeer omslachtig en moet dan ook
alleen maar toegepast worden, als geen andere te gebruiken is.
Het eerste geval, op bladz. 375 van den jaargang 1902 van dit
tijdschrift door den heer Winter behandeld, is eigenlijk een bij
zondere toepassing van de hier beschreven methode. In zijn
voorbeeld staat het richtvlak in de lijn V T', zoodat de bereke
ning van T' V T" vervalt. Maar het is de vraag of in werkelijk-