286 1. De „Press- und Walzwerk-Actiengesellschaft Düsseldorf- Reisholz." 2. De voertuigenfabriek te Eisenach. 3. De fabriek Zella-St. Blasië van Heinrich Ehrhardt te Dusseldorf. De Eheinische Metallwaaren- und Maschinen-FabriJc Dusseldorf bestaat uit vier afdeelingen. a. De afdeeling Dusseldorf houdt op het oogenblik over de 2000 arbeiders bezig. Hier zijn in gebruik 15 vaste en locomobielketels met onge veer 2300 M2. te verwarmen oppervlak en 16 stoommachines met 3000 paardekrachten; 8 dynamo's voeden 25 secundaire dy namo's, welke tot gebruik der werkplaatsen dienen en ongeveer 1600 gloei- en 60 booglampen in werking brengen. De hydraulische persinrichting omvat 20 hydraulische persen, waaronder drie stuks van tot 800 ton drukking; daarbij behooren 8 accumulatoren, waarvan 2 eene hefhoogte van 7,5 M. met een stempel van 305 doorsnede hebben. De inrichting is in staat per werkdag aan te maken 2800 veld granaatkartetsen en 1000 projectielen van 15 cM. (of eene overeenkomstige hoeveelheid zware projectielen tot een kaliber van 35 cM. toe) en een overeenkomstig aantal van vuurmonden tot een kaliber van 15 cM. toe. Een grooter aantal machinaal gedreven persen dient tot het persen van kleine, holle lichamen (ook granaatkartetsen en gra naten tot een kaliber van 6 cM.); voorts de noodige toestellen tot het verder afwerken van de volgens Ehrhardt's methode verkregen holle lichamen. In de afdeeling voor naadlooze stalen holle lichamen van alle soort worden door middel van hydraulische persen en met behulp van de bovengenoemde machinaal gedreven werktuigen volgens Ehrhardt's methode aangemaakt: krijgsmaterieel van allerlei soort, zooals vuurmonden, granaten, granaatkartetsen, holle assen voor affuiten en voertuigen, voorts allerlei holle lichamen voor industrieele doeleinden, ook voor waterpijpketels van elk stelsel. In de kanonwerkplaatsen worden de vuurmonden voor veld-, vesting- en scheepsgebruik geheel afgewerkt; in het bijzonder geschut met vuurmondterugloop, systeem Ehrhardt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 308