308 „lengte noord en zuid lag en dat hij ongeveer duizend schreden „lang was. Van ons einde was het kaal, maar wat verder voor waarts leverde het terrein klippen op, die goede beschutting „verleenden Wij waren dus in onze bestorming van de Engel - „schen op plaatsen zeer blootgesteld. De Engelschen daarente gen hadden prachtige stellingen, want zij hadden posities geno- „men in oude kaffersteenen kralen, waarvan er vele overblijfse len van de helft tot het zuideinde van den berg waren. Fel „beschoten wij de Engelschen en het duurde niet lang, voor zij van „het midden des bergs naar de zuiderpunt begonnen te wijken. Dit „gaf ons een bepaald voordeel, want wij konden nude prachtige „klipkraalposities, waaruit zij geretireerd hadden, innemen „In de posities, waaruit wij de Engelschen gedreven hadden, „namen wij eenigen krijgsgevangen, en vonden anderen dood en „gewond „De Engelschen waren nu in hun sterkste stelling aan het „zuiderend van den berg. Daar hadden zij niet alleen vele kaf- „ferkralen, maar ook groote rotsblokken, waarachter zij schuilen „konden. Hun vuur op ons was nu hevig en onafgebroken. „Met minder fel werden zij door ons beschoten en het gevolg „was, dat na een korten tijd een paar witte vlaggen uit de kralen „op hun linkervleugel in de lucht rezen Verder vinden we vermeld, dat er aan de zijde der Boeren niet meer dan een 370 manschappen waren, waarvan, naar de Wet verklaart, er slechts 200 aan den werkelijken strijd deel namen; zij verloren vier dooden en vijf gewonden. De Wet telde zelf aan den kant der Engelschen 203 aan doo den en gewonden; 817 gevangenen voerden de Boeren mede. Terugkeerende tot het boek van Conan Doyle, lezen we over den strijd bij Belmont: Het eerste treffen in de buurt van de Oranjerivier had plaats op den 10en Nov., toen een regiment cavalerie met bereden infan terie en een veldbataljon eene verkenning maakte van die rivier in N. richting. Ongeveer 15 mijlen ten O. van Belmont werd eene afdeeling Boeren met een vuurmond waargenomen. Om hun opstelling te verkennen galoppeerde onze bereden infanterie om een van do

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 330