13
hier onder de korenmaat werkelijk geen licht te bespeuren valt.
We willen daar niet mede te kennen geven, dat de korpschef
altijd en steeds de onderwijzer moet wezen, maar wel, dat hij dit
veel meer moet zijn dan thans over 't algemeen het geval is 1).
Hij alleen is verantwoordelijk; niet zoozeer of de bijeenkomst
werkelijk gehouden wordt en of allen daarbij wel present zijn,
maar bovenal hiervoor, dat er door. de kapiteins goed wordt ge
leid en gevormd. En dit laatste moeten zij van hem kunnen leeren.
Daarom moet van hem licht kunnen uitstralen, en zijn geest het
geheel weten te beheerschen en te bezielen.
Het wil ons voorkomen, dat men de wetenschappelijke bijeen
komsten te veel beschouwt als controlemiddel voor de chefs, om
den graad van verstandelijke ontwikkeling hunner ondergeschikte
officieren te kunnen bepalen. Ongetwijfeld stellen ze in de gele
genheid daaromtrent een zuiver oordeel machtig te worden, maar er
dient toch op gelet te worden, dat het eigenlijke doel is om die ont
wikkeling te bevorderendoor gedachtewisseling mogelijk te maken
tusschen hen, die wel, en hen, die minder goed eenig studievak
onder de knie hebben. In dat verband kan het zeer wel gebeu
ren, dat de jongere als leider van den oudere optreedt, en onzin
nig zou het zijn, al de ouderen ten aanzien van een dergelijk vak
als minder voldoende ontwikkeld aan te merken. Zoo is het
ook omgekeerd, wanneer de ouderen als leider optreden, [wat na
tuurlijk meestentijds het geval moet zijn. Alsdan mag maar
niet zoo voetstoots worden aangenomen, dat de jongeren altijd
bepaald de minderen zijn. Hieruit volgt reeds, dat bij de officiers-
vereenigingen de scherpe grenzen tusschen meerderen en min
deren niet kunnen en mogen gehandhaafd blijven. Slechts in het
belang van de orde zou dit noodig zijn, maar, indien dit het geval
is, kan men gerust deze oefeningen achterwege laten, want het
doel zal bij een dergelijken staat van zaken onmogelijk kunnen
worden bereikt.
Wij achten het wel de moeite waard deze quaestie eens aan
te roeren, omdat naar onze ondervinding nog maar al te veel
„dienst" bij de bijeenkomsten heerscht. Daardoor wordt op veel
licht de domper gezet, en krijgt hij, die een ster meer draagt
1) Hier natuurlijk het woord „onderwijzer" in de ruimste beteekenis genomen.