323 stekende opleiding in den patrouilledienst in zijn geheelen om- vaDg werd hij gevormd tot een volmaakt veldsoldaat. Dat voor deze commando's de krachtigsten en meest intellec tueel ontwikkelden werden gekozen, behoeft geen betoog. Duitschland is het eerste land geweest, dat naar voorbeeld dezer „Jagdcommandos" eene proef nam met de z. g. „patrouillecom mando's". Zij worden daar getrokken uit de compagnieën van het bataljon en in hunne verschillende verrichtingen onderwezen door een officier. Zij kunnen regiments-en brigadesgewijze ver- eenigd optreden en bestaan dan ongeveer uit 100 man. Frankrijk heeft patrouillecommando's Onder den naam van „éclaireurs." Ten getale van 16 man per compagnie worden zij door met zorg gekozen officieren voor hun taak bekwaam gemaakt. In den Zuid- Afrikaanschen oorlog zien wij naast de grootere commando's der Boeren ook nog optreden kleinere commando's, waaronder de „Verkenners van Théron" en „het korps van de Villebois-Mareuil" eene eerste plaats innemen. Men zou deze afdeelingen met patrouillecommando's kunnen vergelijken. Het woord van Skugarewski „von den Jagdcommandos wird im allgemeinen nur verlangt, dasz sie wie zudringliche Fliegen am Feinde haften" was volkomen op hen van toepassing. Aangevoerd door personen, naar wier namen zij genoemd zijn, kunnen wij niets dan lof en bewondering hebben voor hunne ver richtingen de persoonlijkheid der aanvoerders stond daar trou wens borg voor. Ook in ons leger kunnen wij het korps marechausseé te voet beschouwen als bestaande uit tal van patrouillecommando's (bri. gades). Wij kunnen thans de vraag stellen „wat zijn patrouillecom- mando's en waartoe dienen zij"? Patrouillecommando's zijn infanterie-afdeelingen bestaande uit bijzonder intelligente onderofficieren en minderen, in den volsten zin van het woord bekwaam tot het maken van patrouilles. In het z.g. legerverband dienen zij tot beveiliging van de hoofd macht, zoowel in front als op de flanken; tot ophelderings- en kondschapsdienst, waar de cavalerie ontbreekt, dan wel om een of andere reden niet kan of mag worden gebruikt; [dit zal bij ons leger zeer dikwijls gebeuren; zie ook Hoofdstuk II 20.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 345