346 Na de concentratie was de later door ons bezette benteng de hoofd verblijfplaats van Tengkoe di Tiroe, die daar ook gestorven is. L a m b a r i hsterkte2 officieren en 50 minderen van de in fanterie, 1 van de artillerie en 1 Europeesch hospitaalbediende. Had alleen waarde als communicatiepost tot beveiliging van den wegLambaroe—Ana' Galong. Tusschen deze plaats en Lam- barih hadden we nog een verhoogd wachthuis Blang Tjoet, welks bezetting, 20 man, dagelijks door Ana Galoeng verwisseld werd- Lamsoet; sterkte: 2 officieren en 50 man, 4 artilleristen en 1 Europeeschen hospitaalbediende; vormde een vast punt in de zich langs den rechteroever der Atjehrivier uitstrekkende kam pongs van de III Moekims Kerkoen, waar kwaad volk eene gemak kelijke wijkplaats kon vinden en van waaruit in de jaren 1878 1885 menige roofaanval plaats had. Diende tevens om een rivierovergang te hebben tusschen Lam- baroe en Ana Galong. Sen el op; sterkte: 1 kapitein, 2 luitenants en 75 man, 1 offi cier van gezondheid met 1 hospitaalbediende en 12 artilleristen diende met Kroeng Gloempang als barrière tegen de Y Moekims Montassik, waarvan de Moekim Lam Djampoe geheel binnen onze linie van posten lag. De post moest deze Moekim en de III Moekims Kerkoen be hoeden tegen invallen van kwaadwilligen. Een groot deel der Y Moekims Montassik lag binnen het bereik van het geschut van Senelop en Kroeng Gloempang, hetgeen hoofden en bevolking er toe bracht om tot eigen behoud den kwaadwilligen het verblijf in hare kampongs te ontzeggen. In de sagi der XXVI Moekims. Toengkoeb; sterkte: 2 officieren en 52 man van de infante rie, alsmede 1 hospitaalbediende; vormde de verblijfplaats van het hoofd der XIII Moekims Toengkoeb. Was na onze concentratie eene der voornaamste verblijfplaat sen van Tengkoe di Tiroe. Nadat de kwaadwilligen er uit ver dreven waren, werd dit punt door ons bezet, zoowel om bij de bevolking de vrees weg te nemen, dat die moslemin er zich op nieuw zouden vestigen, als om invloed en controle uit te oefenen op den Oeloebalang T. Tjoet Toengkoeb, wiens gezindheid ten onzen opzichte nogal eens te wenschen overliet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 370