349 Den 14en April '94 was bij commandementsorder eene com missie benoemd, bestaande uit den commandant der geconcen treerde linie als president, de assistent-resident van Groot-Atjeh en de overige gewestelijke autoriteiten als leden, die moest nagaan: 1° welke posten, zoowel in als buiten de geconcentreerde linie, uit een militair-politiek-hygienisch oogpunt moesten worden be houden, opgeheven, dan wel gewijzigd 2° waarin die wijzigingen eventueel zouden moeten bestaan 3° welke geldelijke consequentiën approximatief aan een en ander zouden verbonden zijn. De werkzaamheden dier commissie schijnen in het begin van '96 nog niet geheel afgeloopen te zijn geweest. Het idee was in de XXVI Moekims aan de postenlinie eene uitbreiding te ge ven naar de zijde van de Blang Bintang, de sawahvlakte, die tal van kwaadgezinden herbergde. Vijandelijke benden uit de V Moekims Montassik, die aan de bevolking der XXVI Moekims overlast wilden aandoen, namen steeds hun weg over die sawah. Om die sawah te beheerschen zou 500 M. oostwaarts van den Z. O. hoek der kampong Tjot Mantjang, dus nabij de grens der XXII Moekims en op ongeveer 2000 M. afstands van Kroeng Gloempang, eene tijdelijke versterking opgericht moeten worden; Toengkoeb zou dan kunnen vervallen. Door de belangrijke wijziging ten goede in den politieken toe stand der XXV en XXVI Moekims zouden, in verband met de voorgenomen verbeteringen, van de reeds genoemde tijdelijke versterkingen eenige der kleinere posten in de geconcentreerde linie opgeheven, van andere de infanteriebezetting belangrijk ver minderd worden. Voor opheffing kwamen in aanmerking: Blang, Siroen, Boekit Karang, zoomede de blokhuizen Pagani, Sabang en Kroeng Lingkar. De posten in de buitenlinie zouden na de verbetering eene vaste bezetting krijgen uit de aanwezige garnizoenstroepen. Ver andering in de formatie voor Atjeh was dus niet noodig. Bij commandementsorder dd° 12 Februari '96 No. 22 werd eene nieuwe commissie onder presidium van den chef van den gewestelijken staf benoemd, tot het bepalen der emplacementen van de nieuw op te richten versterkingen en 12 Maart d.a.v. werd bericht ontvangen, dat de Regeering op het voorstel, wat

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 373