350
de inrichting der nieuwe stelling betreft, conform had beslist.
Tot de uitvoering van al die plannen is het intusschen niet
gekomen; waardoor, dat zullen we in een volgend hoofdstuk zien.
De toestand van rust in Groot-Atjeh was slechts schijnbaar. In
werkelijkheid was onze positie niet zoo sterk, als men uit het
bovenstaande wel zou opmaken.
Werd door ons hiervoren reeds opgemerkt, dat van het patrouil
leeren door de bezettingen der posten in de buitenlinie weinig
werk werd gemaakt, de toestand was in den aanvang van het
jaar 1896 zelfs van dien aard, dat het moeite kostte om die
posten ongedeerd te bereiken.
De z.g. djahats hadden zich in den omtrek van de meeste
zeer huiselijk ingerichtvooral Biloel, Ana* Galong, Senelop en
Eroeng Gloempang stonden in die dagen aan hun vuur bloot.
Door de postcommandanten zelf kon in dien toestand geen
verbetering gebracht worden; het initiatief daartoe moest van
hoogerhand uitgaan.
De patrouilles, die door sommigen hunner uitgezonden werden,
om de manschappen tenminste iets te doen te geven, kozen uur
van afmarsch, route, enz. steeds zoodanig, dat elke aanraking
met den vijand werd vermeden.
Van Lambarih tot Ana* Galong was men verplicht niet op
den dijk, maar er naast te marcheeren, alleen ten genoege van
de enkele schutters, die zich in den Oostrand der kampongs
Ana* Batée en Kliëng opgesteld hadden, en daar ook meesttijds
lustig een Atjehsche vlag lieten wapperen.
Soms werden bij approviandeering of groote transporten naar
onzen post een viertal brigades maréchaussée in Ana* Batée in
stelling gelegd, om die beschietingen te coupeeren; zulks was
o.m. het geval, toen Zijne Excellentie de Commandant van het
Leger in November 1895 Ana* Galong bezocht. Ondanks dien
maatregel werd het rijtuig van Zijne Excellentie bij Boekloet
beschoten.
Een paar staaltjes van de gevolgen van onze toenmalige tactiek
mogen niet onvermeld blijven.
In December '95 behoorde schrijver dezes tot de bezetting van
Ana* Galong. Een der kamponghoofden uit de onmiddellijke
nabijheid van dien post vroeg en kreeg vergunning eene sawah,