- 357
af te leeren, dan kweekt men van zelve een geest van angst,
lafheid en gering zelfvertrouwen en kan men niet verwachten,
dat allen, waar zoovele kameraden vielen, plotseling van een
geest van dapperheid vervuld werden.
De commandant, ziende, dat verder teruggaan onmogelijk werd,
besloot nabij het blokhuis Bak Tjerlah eene stelling in te nemen
■en daar hulp van Ana* Galong af te wachten. Dooden en ge
wonden werden achter aardophoogingen gebracht en de overge
bleven manschappen een plaats achter galangans of andere hoog
ten aangewezen. Zeer verdienstelijk maakten zich daarbij de Eu-
ropeesche fuseliers Benno, No. 32293, Visser, No. 33660, Kamphuis,
No. 39710, Veenendaal, No. 10762 en Zweet, No. 36124, terwijl
de Europeesche sergeanten Hoogenboom, No. 37529 en Israels,
No. 38845, die respectievelijk 5 en 4 schotwonden bekwamen,
■eene hooge mate van plichtsgevoel aan den dag legden door tot
het laatst toe, ondanks hunne wonden, aan het gevecht te blijven
deelnemen en het moreel hunner ondergeschikten hoog te houden.
De le luitenant der infanterie J. van Hasselt, die als com
mandant van het restant bezetting in Ana* Galong was ach
tergebleven, kwam tegen dien tijd 8 uur V. M.) met eenige
manschappen ter versterking aanrukken. Het bevel over de
benting had hij overgedragen aan den adj. ond. off. dd. off. der
artillerie Diehl, No. 32486.
Door een goed onderhouden vuur kon de vijand thans op een
behoorlijken afstand worden gehouden; al drongen enkelen ook
een oogenblik weer op, eenige goed gerichte schoten waren vol
doende om hen terug te drijven of te dooden.
De manschappen raakten echter uitgeput, zoodat de patrouille
commandant, steeds op een galangan staande en het vuur trot-
seerende, al zijn geestkracht noodig had, om den moed er in te
houden, zijn manschappen telkens op naderende vijanden attent te
maken en opdringen te voorkomen.
De .le luitenant van Hasselt, die zelf een geweer ter hand ge
nomen had, werd door een kogel aan den linkerarm getroffen en
moest naar de versterking terug om zich te laten verbindende
Europ. sergeant van Oosten, N°. 36663, die met dien officier was
medegekomen, nam nu het bevel over de groep op zich.
Vermeld dient nog te worden, dat de patrouille in den beginne