361 Naar aanleiding van het gedrag van vele inlandsche en een paar Europeesche militairen bij deze affaire werd een onderzoek in gesteld. Het bleek, dat, door het buiten gevecht raken van de meeste onderaan voerders, tal van militairen zich heimelijk van het gevechtsveld hadden kunnen verwijderen, zonder dat iemand hun zulks had kunnen beletten. Ook een Europ. sergeant en een Europ. korporaal hadden onder het motto „gewonden wegbren gen" zich aan den strijd onttrokken, en verklaarden niet meer te zijn teruggekeerd wegens oververmoeidheid. Reeds vroeger werd door mij het noodige omtrent den geest der troepen opgemerktik acht het niet noodig daar verder op terug te komen. Alleen wachte men zich verkeerde conclusies te maken. Dat inlandsche soldaten onder behoorlijke aanvoer ders ook goede soldaten kunnen zijn, hebben ons latere periodes ge deerd. Tal van Javanen ontvingen daarvoor de traditioneele be wijzen en vele inlandsche compagnieën [kapt. Bruinis '96luite nant van Bakel '98] hebben getoond, dat zij onder goede leiding aan -de grootste verwachtingen konden voldoen. Intusschen was het gebeurde voor den generaal eene vingerwij zing om reeds eerder aan het sedert lang gekoesterd voornemen gevolg te geven om de Lamkrak Moekims eens flink te zuiveren en ■de daarin aanwezige schuilplaatsen en versterkingen der kwaad willigen op te ruimen. Het plan van den generaal was, om daarbij gebruik te maken van de diensten van Toekoe Oemar, die daar aanvankelijk niet veel zin in had. Hij was, evenals de meesten zijner rasgenooten, nog al bij- ,geloovig en nu schijnt hem eenmaal voorspeld te zijn, dat hij in Lamkrak zijn dood zou vinden. Dat zou ook de reden zijn geweest, dat hij er 30 November '93, na de verovering van Ana G-along, niet voor te vinden was, om verder op te rukken, hoewel het toch voor de hand lag, om voor eene richtige afsluiting van ons :gebied ook het terrein tusschen Biloel en AnaGalong in onze macht te hebben. Eene versterking in de lijn van die beide had ons vele beschietingen enz. kunnen besparen. Toen de waarnemend assistent-resident hem over de zaak on derhield, gaf hij den wensch te kennen, dat onze troepen van uit

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 385