367
Waren nu juist niet in het belang van de toenmalige politiek.
Een van onze grootste tegenstanders is steeds geweest Tjoet
Nja Din, een zijner vrouwen, dochter van Toekoe NantaToeha
van de VI Moekims. Steeds spoorde zij Oemar tot verzet tegen
het gouvernement aan, evenals zij zelve dat thans nog volhoudt.
Zij verkeerde toenmaals in een toestand, die aan zwangerschap
deed denkendoch later bleek dat niet zoo te zijn. Haar raad
gevers voorspelden, dat haar een zoon geboren zou worden, die
eenmaal eene hooge positie in het Atjehsche rijk zou innemen,
mits haar heer gemaal zoodra mogelijk de banden met het Neder-
landsch-Indische gouvernement brak. Haar optreden in dezen
vindt hierin genoegzame verklaring.
Men ziet hetalles werkte op dat oogenblik samen om Oemar
afvallig te maken.
Door zijn geld, zijn wapens en munitie was hij zeker de mach
tigste van alle partijhoofden geworden. Zijn troep was min of
meer gedisciplineerd, veel had hij van ons geleerd, dat hem in
gevechten te stade kon komen. Een beter oogenblik om de ba
kens te verzetten kon hij niet kiezen - en hij koos dus naar zijne
meening het beste deel.
In den kraton beschikte men over een vrij aanzienlijke troe
penmacht.
Drie complete veldbataljons, een batterij bergartillerie, drie
pelotons cavalerie waren gereed om uit te rukken.
Zeer te bejammeren was het dan ook, dat den dag van den afval
zelve niet onmiddellijk werd opgerukt naar Pakan Badak en
Lampisang om Oemar voor zijn verraad te straffen en de gevolgen
zooveel mogelijk te neutraliseeren.
Men bepaalde zich tot het nemen van de navolgende maatrege
len, die alle van den geringen offensieven geest dier dagen kun
nen getuigen
1°. Alle plaatselijke militaire commandanten in het comman-
•dement werden zoo spoedig mogelijk met het gebeurde in kennis
gesteld en en hun werd aanbevolen de uiterste voorzichtigheid te
betrachten.
2°. 3 compagnieën van het 3e Bataljon infanterie werden om 2 uur
15 min. N. M. per stoomtram op Lamdjamoe gedirigeerd met op-