369 hun geschut Oleh-leh aan de westzijde, de Floris met het zijne- de oostzijde, terwijl 3 gewapende stoomsloepen 's nachts op brand wacht lagen. Een door een, ten Z. van de passer in hinderlaag liggende, bri gade afgegeven salvo, veroorzaakte 's avonds 7x/2 uur no§ al con sternatie daar ter plaatse, zoodat een paar famielies hunne dames- aanboord van ter reede liggende schepen brachten. Bij onderzoek bleek, dat een in de lagune drijvende omgekeerde prauw voor vijand was aangezien. Gelijktijdig met Oemar verliet Toekoe Hoesin Lhongbatta onze zijde en met hem de twijfelachtig gezinde landstreken der 3 Moekims Lamrabo, der 4 Moekims Ateuh van de sagi der XXYI Moekims, benevens de Moekims Hoho en Lam Djampoe der V Moekims Montassik van de sagi der XXII Moekims en dwong T. Oemar den waarnemend Oeleebalang der IX Moekims Nja Mo hamad zich naar hem te schikken, door zijn vrouw op te lichten en te Lampisang aan te houden. In den nacht van 30 op 31 Maart liep ook Toekoe Tjoet Mach- moed met de bevolking der Moekim Lamtengah over; den len April nog gevolgd door T. Tjoet Toengkoeb; beiden bleven evenwel aanvankelijk voeling met het bestuur houden. Met den afval van bovenvermelde hoofden en landstreken was nagenoeg het geheele in '93 en '94 veroverde gebied buiten de geconcentreerde linie weer voor ons verloren en had de politiek échec geleden, waarbij de onderwerping en de vestiging van eene geregelde orde van zaken in Groot-Atjeh verwacht werd van de sa menwerking met Atjehsche bondgenooten, zonder dat het door de geestelijke partij verkregen politiek gezag afdoende gebroken was. Het geheele systeem berustte van den beginne af op de goede trouw van één persoon niet eens een adathoofd van groot ge zag onder het Atjehsche volk van den avonturier Toeke Mela- bach, zooals hij door de Atjehers zeiven meestal werd genoemd; voorwaar een zwakke basis. In de eerstvolgende dagen na den afval hadden ten huize van generaal Deijkerhoff conferenties plaats, waaraan door den resident van Langen, den waarnemend assistent-resident, den chef van den staf en den liniecommendant werd deelgenomen-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 393