370 'Eet schijnt, dat de generaal toen reeds plannen koesterde, over eenkomstig aan de later door den Regeeringscommissaris, den luitenant-generaal Vetter, verwezenlijkte, n.l. de opheffing van de buitenposten in de IX Moekims. Als resultaat van die conferenties mogen we aannemen, de aanvraag van 2 bataljons infanterie en een batterij bergartillerie, welke macht het bestuur noodig achtte om den toestand in Groot- Atjeh weder te kunnen beheerschen; de reeds aanwezige troepen macht toch achtte men maar juist voldoende voor de handhaving fier veiligheid en de observatie van T. Oemars verrichtingen. Van diens zijde scheen men een aanval op Koeta Radja of Oleh-leh te verwachten en volgens latere berichten heeft Oemar ook wel plannen daartoe gehad, althans wat Oleh-leh betreft. Over de stemming in die dagen is nog al eens gesproken en geschreven. Wordt vervolgd.) A. Kruisheek.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 394