387 lijk met de andere batterijen het vuur op 3500 M. op de ver moede vijandelijke stelling. De Boeren beantwoordden dit vuur niet; op de vermoedelijke uitwerking besloot Methuen tot den bekenden nachtelijken aanval op de stelling bij Magersfontein 't resultaat hiervan was de vernietiging van de Hooglander bri gade. Den volgenden morgen bij 't aanbreken van den dag open de de Engelsche artillerie weer het vuur, dat van Boerenzijde door een Maxim-Hordenfeldt werd beantwoord. Dit geschut, de zoogenaamde Pompom, heeft zijn kriegsmaszigkeit in den oorlog voldoende bewezen, en was het eenige geschut, dat van staal- schilden was voorzien. Spoedig werd het vuur der Boeren zwakker, zoodat Methuen om 9 uur besloot tot den tweeden aanval, waarbij de artillerie- de infanterie tot op 1100 M. begeleidde; de aanval kwam ech ter spoedig tot staan, en toen om 2 uur de Boeren tot het of fensief overgingen en hun tot dusverre teruggehouden artillerie tegen den Engelschen linkervleugel richtten, week de infanterie, vervolgd door artillerievuur der Boeren. Tegen den avond brak Methuen 't gevecht af, niettegenstaande nog 4J van de 13 bataljons intact waren. Bij Colenso liet Buller, om den overgang van de Tugela te for- ceeren, op den l3den en 14den December't vuur van acht ver dra gende marinestukken brengen op de vermoede Boerenstellingen, n.l, steenen wallen, waarvoor de Boeren op een afstand van 1 K M. in loopgraven gezeten waren. Weer was de verkenning' en waarneming slechtzelfs de verkenning op marsch was on voldoende, tengevolge waarvan den 15den December 1899 de lste veldartillerie brigade plotseling onder moordend infanterie- snelvuur kwam, wat den Engelschen op 't verlies van 11 stuk ken kwam te staan, waarvan de bespanningen gedood, en de bedieningsmanschappen grootendeels buiten gevecht werden ge steld. Verder verloren de Engelschen bij 't gevecht 2000 manT daarbij hun moreel en hun vertrouwen in hun aanvoerders. In den Zuid-Afrikaanschen oorlog ging de bewering niet op, dat men door de toegebrachte verliezen de uitwerking in de werkelijkheid beter zal zien dan bij de artillerie schietoefenin gen steeds zal het zeer moeilijk blijven te beoordeelen, wan neer de infanterie of artillerie vuuroverwicht verkregen heefL

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 411