400 Bij het „tir fauchant" worden steeds 3 schoten met gelijken op zet, maar met na ieder schot veranderde zijwaartsche richting afgegeven. Bij het „tir progressif avec fauchage" wordt het vorenstaande na iedere 3 schoten op eiken afstand afwisselend naar links en rechts herhaald. Buitendien heeft men nog het salvo- of snelvuur op commando van den batterij commandant, waarbij de stukken op commando van den stukscommandant met een interval van 1 a 3 secon den vuren. Ter bespreking van het bovenaangehaalde punt 620 het volgende: Wat punt 1. aangaat, zoo zien we, dat het aantal batterijen,, dat het vuur opent, in de eerste plaats afhangt van de te be strijden frontbreedte, dus niet van de grootte van het doel, dat in die ruimte optreedt. 't Reglement geeft namelijk aan, dat een batterij van 4 stuk ken op middelbare afstanden (2500 M.) een front van 200 M. met „tir fauchant" werkzaam onder vuur kan nemen, n.l. zoodanig, dat geen gesloten troepen zich in die ruimte ongedekt kunnen bewegen, zonder zulke groote verliezen te lijden, dat hun moreel vernietigd zoude worden. Artillerie, met schilden voorzien, kan door dit vuur wel tijdelijk tot zwijgen gebracht, en genoodzaakt worden haar bediening te dekken, maar het zal niet gelukken haar voor goed het vuur te doen staken. Door velen werd beweerd, dat het beoogde doel spoediger zou bereikt worden, als twee batterijen tegelijkertijd het vuur open den; proeven echter bewezen het tegendeel. Doelen van zekere breedte werden op gelijke afstanden eerst door één, en later door twee batterijen gelijktijdig beschoten. Het Maartnummer '02 van de Revue d'Artillerie schrijft hierover het volgende: Het doel bestond uit 2 batterijen, ieder van 4 stukken, front- breedte 100 M., afstand 2200 M. De eerste keer vuurden twee batterijen gelijktijdig, iedere batterij op de tegenoverliggende, de tweede keer 1 batterij op de deide doelbatterijen. Het inschieten duurde de tweede keer 2^ minuut, terwijl het bij het vuren met de beide batterijen, bij de eene in 3J, bij de andere in 1\ minuut was afgeloopen; alle batterijen onderhielden na het inschieten een „tir progressif' (iedere batterij gaf 2 salvo's snelvuur op 4, op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 424