HET BERGGESCIILT DER TOEKOMST.
Onze tegenwoordige bergartillerie moet zoowel in een strijd
tegen een I.V. als in een oorlog tegen den B.V. gebruikt wor
den. Voor beide onderdeelen van zijn taak is het materieel van
7 c.M. K.A. ongeschikt: voor gebruik bij eene expeditie is het
te weinig beweegbaar, tegenover den B.V. is de uitwerking te
gering, doordat het verouderd is. Nieuw berggeschut is dan ook
in beproeving, maar, daar dit even zwaar, zoo niet zwaarder dan
het oude is, zal het al evenmin voldoende beweegbaar zijn om
tegen een I.V. gebezigd te worden. Aangezien het verdedigen
van onze bezittingen tegen een B.V. wel is waar zelden zal voor
komen, maar dan ook de inspanning van al onze krachten zal
eischen, is het wenschelijk, misschien zelfs noodig, dat artillerie
tegen den I.V. ook tegen den B.V. een rol kan spelen; daarom
zou het verkeerd zijn nu nog een materieel voor den strijd tegen
den I.V. aan te schaffen, volgens het voorstel van V.E.H., die,
wat betreft het verhoogen van de vuursnelheid (1), geen gebruik
wenscht te maken van de vorderingen der techniek in de laatste
15 jaar. Daar het buitendien uit een oogpunt van oefening, mu
nitieoplegging en aanvulling enz. gewenscht is het aantal geschut-
soorten bij de artillerie te velde tot een minimum te beperken,
doet zich de vraag voor:
Is het mogelijk de bergartillerie met één geschutsoort zoodanig uit te
rusten, dat zij geschikt is roor de beide onderdeelen Tan hare taak?
Deze vraag zullen wij trachten te beantwoorden door eerst na te
gaan, welke geschutsoort artillerie tegen den I.V. noodig heeft
Waar de omstandigheden, zooals hier, er
toe noodzaken, moet worden afgeweken van
bij andere legers gangbare vormen en begrip
pen, moeten wij zelfstandig onzen weg zoeken.
B. in afl. 10, I. M. T. 1902.
(1) Artillerie tegen den inlandschen Vijand" I. M. T. 1902, afl. 9 en 10.