426 teekenis geweest. Bij eene stijgingshoogte van 500 voet verkreeg men een gezichtskring van elf mijl. Gas, voldoende voor het gebruik voor tien dagen, werd samengeperst in stalen tubes op zes wagens medegevoerd. Op een wagen is een trommel aangebracht, waarin 1900 voet staaldraadkabel, die vrij uit de trommel kan loopen, om de aan den kabel verbonden ballon te doen rijzen. Het weder opwinden van den kabel in de trommel schijnt niet gemakkelijk. Daarom had men ook een inrichting om den ballon onafhankelijk van de trommel te doen dalen, n.l door den ballon middels een soort katrol aan een windas of kaapstander te verbinden. In een telegram of bericht, gedagteekend 6 December, staat aangeteekend, dat de ballon wel vele opstijgingen had gedaan,, maar dat mist de waarneming moeielijk maakte. Veel nieuws bevat dit niet; het was reeds algemeen bekend,, dat de waarneming middels den kabelballon uiterst afhankelijk is van weers- en dampkringsgesteldheid. Bij mij bestaat dan dan ook nog steeds twijfel, of de groote trein, dien de kabelballon vordert, en de bewegelijkheid, die men daardoor inboet, wel ge- evenredigd zijn aan het te verwachten nut. Het is den Engelschen wel verweten, dat zij veel te veel bagage- medenemen, waardoor de nasleep van het opereerende leger te groot wordt en dus de bewegelijkheid gering. Hoe grooter de- trein, hoe meer gelegenheid voor een energieken vijand om verras send op te treden en den tegenstander koopjes te laten snappen. Lord Kitchener heeft dit niet vergeten en eenvoudig gelast, dat alle niet geautoriseerde treinvoertuigen enz. achtergelaten moes ten worden, hetgeen geschiedde onder bewaking van een wacht van de Norfolks. Een les uit den Zuid-Afrikaanschen oorlog in practijk gebracht. Aan dekking werd bij beide partijen groote zorg besteed: wij vin den nog al eens vermeid, dat voor de dekkingen het Boer-type werd gebruikt. Na hetgeen de heer van den Belt daarover in dit tijdschrift mededeelde, behoef ik er niet over uit te weiden. Al leen wilde ik vragen of de Commandant van ons Leger, die in hooge mate belang moet stellen in het werkelijk practische oefe nen onzer troepen, niet bij veldoefeningen de gelegenheid zou. willen schenken, inderdaad zoo noodig door ingravingen stellingen in te richten. De spade is tegenwoordig immers van zeer groot

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 450