25 I. Welke gesclmtsoort lieeft artillerie tegen (leu I. V. noodig? Ten einde bovenstaande vraag te beantwoorden, moeten we <eerst nagaan aan welke eischen die geschutsoort zou moeten voldoen; deze eischen betreffen beweegbaarheid en uitwerking. A. Beweegbaarheid. In een oorlog tegen een I. Y. zal men slechts zelden wegen aantreffen; bij de dikwerf voorkomende onbekendheid met het terrein mag men zich al verheugen, wanneer men een voetpad vindt, dat in de marschrichting loopt. Zoo'n voetpad loopt nu eens over smalle, modderige galangans, dan weer verdwijnt het door een dikwijls nauwe poort in een kampong, slingert zich langs boomen of klimt tegen eene steile helling op. Wil de artillerie geen oponthoud veroorzaken, dan moet zij zulk een pad even snel kunnen volgen, de voorkomende terreinhindernissen even vlug kunnen overwinnen als de colonne, waarbij zij is ingedeeld die colonne zal wel nooit zwakker zijn dan twee compagnieën met haren trein. Om dezelfde marschvaardigheid te bezitten, zou men dezelfde vervoermiddelen kunnen bezigen als de trein, dus hoofdzakelijk koelies. Koelies echter zijn dure transportmiddelen, terwijl hun gebruik bij de artillerie, zoowel in vredestijd als onder vijandelijk vuur, tot allerlei bezwaren aanleiding zou geven. Maar bovenal, het bezigen van koelies zou het aantal monden, waarvoor vivres moeten worden meegenomen, bedenkelijk doen stijgen. Eene sectie bergartillerie heeft volgens Alg. Order 541901 voor het vervoer van het materieel noodig: 30 geleiders, 8 muildieren en 18 draagpaarden. Eene sectie mobiel onbespannen geschut gebruikt daartoe volgens het Reglement van 1901 100 koelies. Er moet dus voor 70 monden meer voeding worden meegenomen, waardoor b.v. bij eenen vijfdaagschen tocht 38 koelies meer bij den trein noodig zijn 1). Buitendien zal het doen dragen van één last door 5 man, zooals bij het mob. onbesp. geschut geschiedt, of door 4 man, zooals Y. E. H. dit wenscht, tot veel moeielijkheden aanleiding geven. 1) Dit getal is berekend met behulp van de koelieformule, voorkomende op blz. 101 van tDe Expeditiën naar Bali" G. Nypels.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 45