457 "bij de land- als bij de zeemacht. Ook onze marine bezit dat kanon, hetzij op pivöt op 't voor- of achterschip of in den gevechtsmast, hetzij op een vervoerbare affuit, teneinde het bij een landing te kunnen medevoeren. In de Samalangan expeditie van Januari Februari 1901 is door de artillerie een sectie van die kanon nen gebruikt en willen we dus het nut dier vuurmonden tegen een inlandschen vijand leeren kennen, dan kunnen we daarvoor het verslag dier expeditie naslaan. In dat verslag vinden wij, dat, aangezien de "bevelhebber het van belang achtte over meer mobiele artillerie dan de bergbat- terij te kunnen beschikken, dat wil zeggen, dezulke, die de infanterie in alle terreinen op den voet kan volgen, besloten werd van een sectie (2 kanonnen), als boven aangegeven, bij de excursie gebruik te maken. Hieruit blijkt reeds dadelijk, dat bij de Samalangan expeditie de behoefte zich deed gevoelen aan geschut, op welker vervoer baarheid zekerder te rekenen viel dan op die der bergartillerie. Laat ons nu eens nagaan, hoe dit geschut aldaar voldaan heeft a. wat betreft de beweegbaarheid. b. als vuurmond. Ad, a. "Vóór de expeditie begon waren te Kota-Radja proeven genomen voor 't vervoer van dit materieel. Het vervoer op draagpaar- den bleek om verschillende redenen niet aan te bevelen; de vuur mond was daarvoor te lang. Daarom werd als volgt gehandeld: elk der kanonnen van deze sectie gewicht met mik 68,5 KG. 1) werd gedragen door vier dwangarbeiders elke stoel gewicht 60 KG. door vier dwangarbeiders, terwijl de beide steunijzers met een gereedschaps kist door twee dragers werden vervoerd. Yoor het medevoeren der munitie had men lederen patroondoozen laten maken, die elk in koperen doozen vijf en twintig patronen bevatten, zoodat elk munitiedraagpaard beladen met twee lederen doozen vijftig patro nen vervoerde. Yoor het transport van de sectie snelvuurkanonnen van 3,7 cM. met munitie waren dus noodig 20 dragers en 4 draagpaarden 1) Het waren niet-automatische kanonnen; de automatische zijn over 't algemeen zwaar der.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 481