462 ongelukkige keuze van affuit hebben gedaan, waar toch van de zijde der Boeren niet dan lof wordt vernomen omtrent het gemak met dit licht te hanteeren geschut, dat door hen op wagens met veeren werd vervoerd. Wij voor ons dienen een niet-automatisch kanon te nemen, aan gezien de automatische gaan boven het gewicht, dat wij moeten hebben in verband met den eisch van gemakkelijk vervoer; de vuursnelheid kan dan toch 20 a 25 schoten per minuut bedragen, wat mijns inziens wel voldoende is te noemen. De geschutfabrikanten hebben thans kleinkaliberkanonnen ge leverd, wier mechanisme voldoet aan de strengste eischen. Wan neer zij ons daarbij een handige affuit kunnen geven, desnoods een verdeelbare, zoodat per affuit vier dragers of twee draag- paarden noodig zijn, dan krijgen we in deze „artillerie voor moei lijk terrein" een wapen, dat in de eorste plaats voldoet aan de eischen, gesteld voor den strijd tegen den inlandschen vijand, en daarnaast in onze terreinen van zeer groot nut zal zijn tegenover een mogelijk Europeeschen vijand. Zonder verder uit te willen wijden over de bepaalde inrichting van vuurmond en affuit, alsmede de organisatie van een sectie of batterij, meen ik in bovenstaande regelen het buitengewone voor deel van kleinkalibergeschut voor de lichte mobiele artillerie te hebben aangetoond, genoeg om de vraag te mogen stellen, of het niet mogelijk zou zijn thans, naast de in beproeving zijnde snelvuurbergkanonnen van 7,5 cM.een sectie van 3,7 cM. vuur monden te beproeven. Het samenstellen van een bepaald ont werp kan niet moeilijk zijn, en juist wijl de organisatie zoo een voudig is, zullen de kosten nooit aanleiding mogen zijn om zulk een proef af te wijzen, indien eenmaal een gunstig oordeel over 't 3,7 cM. kanon als berggeschut is gevestigd. Batavia1 Maart 1903. Ch. Kjès. le Luit. Art".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 486