464 volgtrekkingen geleid heeft, daar kon het niet anders, of dit deel van het verslag trok al dadelijk bijzonder mijn aandacht. Het is dan ook mijne meening, dat het met gevoel geschreven ver slag van het gevecht bij Colenso, zooals de inleider het aanhaalt, niet in staat is de juiste oorzaken van de groote verliezen, vooral van de Iersche Brigade, te doen kennen. Deze moet men bier niet in de eerste plaats zoeken in de verbazende schietvaardig heid, noch in de bijzondere eigenschappen van hun wapen, maar 1' in de verregaand onoordeelkundige wijze van oprukken der Iersche Brigade; 2e in totale afwezigheid van gegevens omtrent den vijand door gemis aan verkenningen 3' in onvoldoende energie bij de doorvoering van den op zich zelf reeds zoo gevaarlijken frontaanval; en 4e in de bijzonder gunstige omstandigheid, waaronder de Boe ren het gevecht voerden, rustig achter hun ondoorwaarbare Tugela. Het zij thans mij vergund, ten einde deze bewering te staven, een kort verslag met schets en opgaven van gevechtskracht bij aanvaller en verdediger te geven van het gevecht bij Colenso {zie voor het officieele gevechtsbevel de bijlage hierachter). Om Ladysmith te ontzetten moest Buller den overgang over de Tugela forceeren. De Boeren onder Louis Botha, nauwkeurig on derricht omtrent den opmarsch der Engelschen van Frere, trok ken de aan de overzijde van de Tugela vooruitgeschoven afdee- lingen geheel terug en bezetten de op de schets aangegeven buiten gewoon sterke stelling. De spoorbrug was vernield. Van den 12en Dec. af waren alle Eng. troepen, die voor den aanval be stemd waren, verzameld in het kamp van Chiveley, dat door de Boeren geheel was in te zien. Den 13en en 14en Dec. liet Buller die gedeelten der stelling, die men zien kon, door marinegeschut voortdurend beschieten. De stelling van dit geschut is op de schets aangegeven. De Boeren beantwoordden dit vuur niet, noch bezetten zij hunne stellingen. Achter de dekkende hellingen van de heuvels bleven zij op enkele verkenners na rustig in hunne lagers. Dit gaf enkele Eng. generaals de overtuiging, dat de Boeren een hardnekkige verdediging hunner stellingen hadden op gegeven. Generaal Clery gaf nu een door Buller bekrachtigd be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1903 | | pagina 488